RBP 2015/20
Verval van instantie. Kan uit de partijafspraak worden afgeleid dat partijen hebben beoogd de wettelijke regeling van verval van instantie terzijde te stellen?
HR 23-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:112
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 januari 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/05110
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- JCDI
JCDI:ADS920324:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:112, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:1904, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑10‑2014
- Wetingang
Art. 251 Rv
Essentie
Verval van instantie.
Kan uit de partijafspraak worden afgeleid dat partijen hebben beoogd de wettelijke regeling van verval van instantie terzijde te stellen?
Samenvatting
Dit is de meest recente uitspraak in een langdurige rechtsstrijd tussen Bera Holding en ING. ING heeft ten name van Bera Holding betalingsopdrachten uitgevoerd, die zijn gegeven door een onbevoegde persoon X. Bera Holding vorderde vervolgens een verklaring voor recht dat ING in strijd met de tussen partijen bestaande overeenkomst in totaal € 210.000 heeft overgemaakt op andere bankrekeningen. Zowel de rechtbank als het hof wezen de vordering van Bera Holding toe en verwierpen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.