Einde inhoudsopgave
Besluit technische hulpmiddelen strafvordering
Artikel 3 Reikwijdte
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
11-07-2018, Stb. 2018, 246 (uitgifte: 31-07-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2018, Stb. 2018, 502 (uitgifte: 27-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. I, onderdelen B en D, van de wet van 06-12-2017, Stb. 489.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
1.
Opsporingsambtenaren als bedoeld in de artikelen 141, onderdelen b tot en met d, en 142 van het Wetboek van Strafvordering kunnen worden belast met de plaatsing, verwijdering en inzet van een technisch hulpmiddel voor observatie.
2.
Opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 141, onderdelen b, c en d, van het Wetboek van Strafvordering kunnen worden belast met de plaatsing, verwijdering en inzet van een technisch hulpmiddel voor het opnemen van vertrouwelijke communicatie en het opnemen van telecommunicatie.