Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 539k [Ophouding voor verhoor]
Geldend
1.
De aangehouden verdachte wordt, na te zijn verhoord, dadelijk in vrijheid gesteld. Hij mag niet langer dan zes uren voor het verhoor worden opgehouden, met dien verstande dat de tijd tussen middernacht en negen uur voormiddags niet wordt medegerekend.
2.
Niettemin kan de verdachte langer dan zes uren worden opgehouden:
- a.
wanneer een bevel tot voorlopige hechtenis tegen hem is verleend en de tenuitvoerlegging daarvan, ook buiten het rechtsgebied van een rechtbank, is gelast;
- b.
wanneer hij wordt verdacht van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld, en ter zake daarvan een bevel tot voorlopige hechtenis tegen hem kan worden verleend.
3.
Een besluit de verdachte in het in het vorige lid onder b bedoelde geval langer dan zes uren op te houden wordt genomen door de officier van justitie. Kan diens optreden niet worden afgewacht, dan kan ook de opsporingsambtenaar, de commandant, de schipper of de gezagvoerder van het luchtvaartuig, in wiens handen de verdachte zich bevindt, daartoe besluiten.