Einde inhoudsopgave
Wet op het overleg huurders verhuurder
Artikel 7 [Kostenvergoeding]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Bronpublicatie:
20-03-2015, Stb. 2015, 145 jo Stb. 2015, 146 (uitgifte: 16-04-2015, kamerstukken: 33966)
20-03-2015, Stb. 2015, 145 jo Stb. 2015, 146 (uitgifte: 16-04-2015, kamerstukken: 32769)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-06-2015, Stb. 2015, 232 (uitgifte: 19-06-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Verplichtingen huurder en verhuurder
1.
De verhuurder vergoedt aan de huurdersorganisatie de kosten die rechtstreeks samenhangen met en redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taken, genoemd in de artikelen 3, 4, 5 en 5b. Onder deze kosten worden in ieder geval begrepen de kosten van het uitnodigen van deskundigen en het vragen van inlichtingen en adviezen als bedoeld in artikel 5d, en de kosten van scholings- en vormingsactiviteiten als bedoeld in artikel 5e.
2.
De verhuurder en de huurdersorganisatie komen overeen dat de in een kalenderjaar gemaakte kosten, bedoeld in het eerste lid, worden vastgesteld op een bepaald bedrag, dat de huurdersorganisatie naar eigen inzicht kan besteden. De huurdersorganisatie legt binnen twee maanden na afloop van het jaar, bedoeld in de eerste volzin, aan de verhuurder verantwoording af over de besteding van de ter beschikking gestelde gelden. Kosten waardoor het hier bedoelde bedrag zal worden overschreden, komen slechts ten laste van de verhuurder, voorzover hij in het dragen daarvan toestemt.