NJ 1932, p. 1529
HR, 07-04-1932
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 april 1932
- Magistraten
Mrs. Fentener van Vlissingen, Visser, Kosters, van den Dries, van Gelein Vitringa
- Zaaknummer
[07041932/NJ_1932,_p._1529]
- Conclusie
Mr. Tak
- Noot
Prof. E. M. Meijers
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS152913:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1932:148, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑04‑1932
- Wetingang
(BW art. 1543, 1546.)
Samenvatting
[Art. 1543 j°. 1546 B. W. Koop en verkoop van een koe. De kooper laat het dier slachten, omdat het, volgens de diagnose van den dierenarts, aan tuberculose zou lijden, welke diagnose na slachting juist blijkt te zijn. Vordering door den kooper van den koopprijs verminderd met bedrag opbrengst huid en hoornen.]
Slachtvee „vergaat" niet in den zin van art. 1546 B. W. door slachting. De onderhavige koe echter, welke niet als slachtvee was verkocht, is niet door de ziekte, waaraan zij leed vergaan, maar door het buiten noodzaak slachten. Den kooper komt dus niet het recht toe ...