HR, 28-06-2016, nr. 16/01900
ECLI:NL:HR:2016:1345
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28-06-2016
- Zaaknummer
16/01900
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2016:1345, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑06‑2016; (Herziening)
Aanvraag tot herziening van: ECLI:NL:GHAMS:2014:4664, Afwijzing
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2016-0295
SR-Updates.nl 2016-0279
Uitspraak 28‑06‑2016
Inhoudsindicatie
Herzieningsaanvraag witwassen. De in algemene bewoordingen gestelde omstandigheid dat de aanvrager in de periode van 2003 tot 2015 altijd geld had en wat geld had opgespaard, tast niet het oordeel van het Hof aan dat het, gelet op de omstandigheden waaronder op 14 februari 2013 te Schiphol een geldbedrag van € 88.500 onder de aanvrager is aangetroffen en op zijn wisselende verklaringen over de herkomst daarvan, niet anders kan zijn dan dat het geldbedrag middellijk of onmiddellijk van misdrijf afkomstig is en dat de aanvrager dit wist.HR: aanvraag kennelijk ongegrond.
Partij(en)
28 juni 2016
Strafkamer
nr. S 16/01900 H
IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 10 november 2014, nummer 23/000436-14, ingediend door I.M. Bolier, advocaat te Spijkenisse, namens:
[aanvrager] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980.
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Schiphol, van 27 januari 2014 - de aanvrager ter zake van "witwassen" veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 maanden, voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en een werkstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis.
2. De aanvraag tot herziening
De aanvraag tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3. Beoordeling van de aanvraag
3.1.
Als grondslag voor een herziening kan, voor zover hier van belang, krachtens het eerste lid aanhef en onder c van art. 457 Sv slechts dienen een door bescheiden gestaafd gegeven dat bij het onderzoek op de terechtzitting aan de rechter niet bekend was en dat het ernstige vermoeden wekt dat indien dit gegeven bekend zou zijn geweest, het onderzoek van de zaak zou hebben geleid hetzij tot een vrijspraak van de gewezen verdachte, hetzij tot een ontslag van alle rechtsvervolging, hetzij tot de niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie, hetzij tot de toepassing van een minder zware strafbepaling.
3.2.
In de aanvraag wordt gesteld dat sprake is van een novum als bedoeld in voormelde bepaling. De aanvrager voert daartoe aan dat zijn zaak destijds niet zou hebben geleid tot een veroordeling indien de rechter bekend zou zijn geweest met twee naderhand op schrift gestelde verklaringen.
3.3.
Ter ondersteuning van de aanvraag zijn in kopie twee schriftelijke verklaringen overgelegd, welke – voor zover hier van belang – inhouden:
- "[betrokkene 1]
(...)
In de periode van 2004 tot 2015 heb ik zelf gezien hoe groovekings zich ontwikkelde tot een van de top dans groepen in de wereld. Na hun debuut op Tv "Hollands got talent" begon [A] ook in Nederland zich te plaatsen als een gevestigde naam. [A] waren al een bekend gezicht op verschillende podia's & festivals in europe & azie, meestal verzorgde [A] onder leiding van [aanvrager] opening acts voor verschillende nationale & internationale muziek artiesten, waaronder bekende Nederlander Patricia paay veelvuldig gebruikt van maakte.
[A] heeft zelfs de opening act verzorgd voor de Rotterdam-denhaag Metro lijn (RET)
ik heb bank afschriften van [A] gezien waarop een TIENTAL Duizend euro gestort was voor projecten.
[aanvrager] heeft mij meerdere keren verteld dat hij wat geld heeft opgespaard en dans school wilde beginnen. [aanvrager] vertelde mij dat het zijn droom was om ooit zijn eigen dans school te bezitten."
- "Ik ben [betrokkene 2]. Ik ben een goeie vriend van [aanvrager].
Bijna net als een broer.
Ik ken [aanvrager] al sinds 2003.
Toen begon ik met hem om te gaan. [aanvrager] is altijd iemand die ik weet wat geld had. hij heeft mij vaak geholpen met geld.
Dus Als ik moet zeggen dat [aanvrager] geld altijd had ja!
Ik ben vaak met hem op vakantie geweest na wedstrijden
Dus ik sta als getuigen voor hem."
3.4.
Aan deze verklaringen kan, mede gelet op hetgeen het Hof in zijn bewijsvoering heeft vastgesteld (zoals weergegeven in de aanvraag), niet het ernstig vermoeden worden ontleend dat het Hof de aanvrager zou hebben vrijgesproken als het daarmee bekend was geweest. Immers, de in algemene bewoordingen gestelde omstandigheid dat de aanvrager in de periode van 2003 tot 2015 altijd geld had en wat geld had opgespaard, tast niet het oordeel van het Hof aan dat het, gelet op de omstandigheden waaronder op 14 februari 2013 te Schiphol een geldbedrag van 88.500 euro onder de aanvrager is aangetroffen en op zijn wisselende verklaringen over de herkomst daarvan, niet anders kan zijn dan dat het geldbedrag middellijk of onmiddellijk van misdrijf afkomstig is en dat de aanvrager dit wist.
3.5.
Uit hetgeen hiervoor is overwogen vloeit voort dat de aanvraag kennelijk ongegrond is, zodat als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad wijst de aanvraag tot herziening af.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 juni 2016.