Einde inhoudsopgave
Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering
Artikel 15 Wijzigingen van het verdrag
Geldend
Geldend vanaf 21-03-1994
- Bronpublicatie:
09-05-1992, Trb. 1992, 189 (uitgifte: 09-12-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-03-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-03-1994, Trb. 1994, 63 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Elke Partij kan wijzigingen van het Verdrag voorstellen.
2.
Wijzigingen van het Verdrag worden aangenomen op een gewone zitting van de Conferentie van de Partijen. De tekst van een voorgestelde wijziging van het Verdrag wordt door het secretariaat aan de Partijen medegedeeld, zulks ten minste zes maanden vóór de bijeenkomst waarop zij tot aanneming wordt voorgesteld. Het secretariaat deelt voorgestelde wijzigingen ook mede aan ondertekenaars van het Verdrag en, ter kennisneming, aan de Depositaris.
3.
De Partijen stellen alles in het werk om over elke voorgestelde wijziging van het Verdrag overeenstemming te bereiken door middel van consensus. Indien alle pogingen om tot consensus te komen mislukken en er geen overeenstemming wordt bereikt, wordt de wijziging in laatste instantie aangenomen met een meerderheid van drie vierde van de aanwezige Partijen die hun stem uitbrengen. De aangenomen wijziging wordt door het secretariaat medegedeeld aan de Depositaris, die deze ter aanvaarding toezendt aan alle Partijen.
4.
Akten van aanvaarding betreffende een wijziging worden nedergelegd bij de Depositaris. Een in overeenstemming met het derde lid aangenomen wijziging treedt voor de Partijen die deze hebben aanvaard in werking op de negentigste dag na de datum van ontvangst door de Depositaris van een akte van aanvaarding van ten minste drie vierde van de Partijen bij het Verdrag.
5.
Een wijziging treedt ten aanzien van elke andere Partij in werking op de negentigste dag na de datum waarop die Partij haar akte van aanvaarding betreffende bedoelde wijziging heeft nedergelegd bij de Depositaris.
6.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder ‘aanwezige Partijen die hun stem uitbrengen’ verstaan Partijen die aanwezig zijn en voor- of tegenstemmen.