NJ 2012/431
Art. 5 EVRM. Onrechtmatige vrijheidsontneming tijdens bezetting Irak. Jurisdictie lidstaat. VN-Resolutie en mensenrechten. Botsende verdragsverplichtingen. EVRM-conforme uitleg van Resolutie Veiligheidsraad. Schending.
EHRM 07-07-2011, ECLI:CE:ECHR:2011:0707JUD002702108, m.nt. N. Keijzer (Al-Jedda/UK)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
7 juli 2011
- Magistraten
J.P. Costa, C. Rozakis, N. Bratza, F. Tulkens, J. Casadevall, D. Spielmann, G. Bonello, E. Steiner, L. Garlicki, L. Mijović, D.T. Björgvinsson, I. Berro-Lefèvre, G. Nicolaou, L. López Guerra, L. Bianku, A. Power, M. Poalelungi
- Zaaknummer
27021/08
- Noot
N. Keijzer
- Roepnaam
Al-Jedda/UK
- JCDI
JCDI:ADS161520:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:2011:0707JUD002702108, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 07‑07‑2011
- Wetingang
EVRMart. 1; art. 5 lid 1
Essentie
Art. 5 EVRM. Onrechtmatige vrijheidsontneming tijdens bezetting Irak. Jurisdictie lidstaat. VN-Resolutie en mensenrechten. Botsende verdragsverplichtingen. EVRM-conforme uitleg van Resolutie Veiligheidsraad. Schending.
Samenvatting
Verzoeker is drie jaar vastgehouden in een Brits detentiecentrum in Irak. Hem werd geen strafbaar feit ten laste gelegd. Verzoekers detentie steunde op gegevens van geheime diensten die hem niet werden voorgelegd. De Britse regering erkent dat de detentie niet voldeed aan de eisen van artikel 5 EVRM, maar betoogt dat sprake was van botsende volkenrechtelijke verplichtingen. Met de detentie werd gevolg gegeven aan Resolutie 1546 van de VN-Veiligheidsraad. Gelet op artikel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.