JWB 2005/281
Proceskosten; compensatie
HR 12-08-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT3084
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 augustus 2005
- Zaaknummer
C03/316HR
- LJN
AT3084
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT3084, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑08‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT3084, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑08‑2005
- Wetingang
Art. 56 lid 1 Rv (oud)
Essentie
Proceskosten; compensatie
Samenvatting
Casus
In deze zaak klaagt eiser tot cassatie in zijn principaal cassatieberoep dat het hof in strijd heeft gehandeld met de goede procesorde door na gegrondbevinding van zijn (eisers) grief tegen de afwijzing van zijn vordering in eerste aanleg, het in eerste aanleg onbehandeld gebleven verjaringsverweer van verweerder in cassatie, te beoordelen en gegrond te achten zonder partijen in appel omtrent dat verweer aan het woord te laten en zonder acht te slaan op de processtukken in eerste aanleg waaruit, aldus het middel, blijkt dat de verjaring is gestuit. Het middel in het incidentele beroep komt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.