Einde inhoudsopgave
Douaneovereenkomst inzake het carnet A.T.A. voor de tijdelijke invoer van goederen (A.T.A.-Overeenkomst)
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 30-07-1963
- Bronpublicatie:
06-12-1961, Trb. 1963, 128 (uitgifte: 29-08-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-07-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-1961, Trb. 1963, 128 (uitgifte: 29-08-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
Internationaal belastingrecht (V)
Douane (V)
1.
De aansprakelijke organisaties hebben een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de datum waarop de douaneautoriteiten de betaling van de in het eerste lid van vorenstaand artikel 6 bedoelde bedragen vorderen, om het bewijs te leveren van wederuitvoer van de goederen onder de voorwaarden voorzien in deze Overeenkomst, dan wel van enigerlei andere regelmatige zuivering van het carnet A.T.A.
2.
Indien dat bewijs niet binnen de voorgeschreven termijn wordt geleverd, dient de aansprakelijke organisatie deze bedragen onverwijld als borgstelling te storten of voorlopig te betalen. Deze storting of betaling wordt definitief na verloop van drie maanden te rekenen vanaf de datum van storting of betaling. Gedurende deze laatste termijn kan de aansprakelijke organisatie, teneinde teruggave van de gestorte of betaalde bedragen te verkrijgen, de in het vorige lid bedoelde bewijzen alsnog leveren.
3.
In de landen waarvan de wetten en andere voorschriften niet voorzien in de mogelijkheid van storting als borgstelling of van voorlopige betaling van de rechten bij invoer, zullen de betalingen welke overeenkomstig de bepalingen van het vorige lid zijn gedaan, als definitief worden beschouwd, maar de bedragen worden terugbetaald indien de bewijzen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, worden geleverd binnen een termijn van drie maanden na de datum van de betaling.