Einde inhoudsopgave
Besluit toelichting Tabel I Wet op de omzetbelasting 1968 (2022)
2.1 Algemeen
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2022
- Bronpublicatie:
31-03-2022, Stcrt. 2022, 9114 (uitgifte: 19-04-2022, regelingnummer: 2022-6334)
- Inwerkingtreding
20-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-03-2022, Stcrt. 2022, 9114 (uitgifte: 19-04-2022, regelingnummer: 2022-6334)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Tarief
De meeste voedingsmiddelen kunnen worden gerangschikt onder post a1, onderdeel a (eet- en drinkwaren). De onderdelen b en c van de post zijn opgenomen om te bereiken dat de in die onderdelen genoemde producten, als zij niet rechtstreeks kunnen worden aangemerkt als eet- en drinkwaren, ook vallen onder het begrip voedingsmiddelen.
Voor de uitleg van het begrip ‘voedingsmiddelen’ zijn de maatschappelijke opvattingen leidend.1. Met voedingsmiddelen worden alleen producten bedoeld die zijn bestemd voor oraal gebruik. Producten die niet zijn bestemd, samengesteld en verkocht voor een voedingsfunctie, vallen niet onder de post.2. De vorm van de voedingsmiddelen is niet van belang; zowel verse, bereide als verduurzaamde voedingsmiddelen vallen onder de post.
Voetnoten
Zie in dit verband HvJ 1 oktober 2020, C-331/19 (Staatssecretaris van Financiën), ECLI:EU:C:2020:786.
HR 18 december 2020, nr. 17/01725 bis, ECLI:NL:HR:2020:2082.