RvdW 2010, 180:Inbreuk op art. 7 EVRM. EHRM gaat om. Toepassing van een lichtere sanctie waarin de wet is gaan voorzien nadat het feit is begaan, heeft zich tot een fundamenteel beginsel van strafrecht ontwikkeld (anders o.a. X. tegen Duitsland, nr. 7900/77, DR 13, p. 70-72). Klager kiest de verkorte procedure om terecht te staan wegens o.a. moord op zijn echtgenote. De mogelijkheid om die procedure te kiezen — waarin lagere maximumstraffen gelden, b.v. 30 jaar i.p.v. levenslange gevangenisstraf — is voor de desbetreffende feiten nadien in de wet geregeld maar vervolgens weer afgeschaft. De wet waarbij de verkorte procedure werd uitgesloten, werd afgekondigd op de middag dat klager werd veroordeeld tot 30 jaar gevangenisstraf (wetsbesluit 341 van 24 november 2000). Na appel van het openbaar ministerie wordt klager tot levenslang veroordeeld.