Einde inhoudsopgave
Besluit (EU) 2020/655 houdende de vaststelling van uitvoeringsvoorschriften betreffende gegevensbescherming bij de Europese Centrale Bank en tot intrekking van Besluit ECB/2007/1 (ECB/2020/28)
Artikel 3 Benoeming, statuut en organisatorische aangelegenheden
Geldend
Geldend vanaf 04-06-2020
- Bronpublicatie:
05-05-2020, PbEU 2020, L 152 (uitgifte: 15-05-2020, regelingnummer: 2020/655 (ECB/2020/28))
- Inwerkingtreding
04-06-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-05-2020, PbEU 2020, L 152 (uitgifte: 15-05-2020, regelingnummer: 2020/655 (ECB/2020/28))
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bijzondere onderwerpen
Privacy / Bescherming persoonsgegevens
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
1.
De directie:
- a)
benoemt de functionaris voor gegevensbescherming op grond van persoonlijke en professionele kwaliteiten en, in het bijzonder, deskundigheid van deze persoon op het gebied van de wetgeving en de praktijken inzake gegevensbescherming en het vermogen om de in artikel 45 van Verordening (EU) 2018/1725 en in dit besluit bedoelde taken te vervullen;
- b)
stelt een niet-converteerbare overeenkomst voor bepaalde tijd op voor de positie van functionaris voor gegevensbescherming voor een periode van drie tot vijf jaar, die kan worden verlengd tot een totale periode van tien jaar, zoals vastgelegd in de arbeidsvoorwaarden voor het personeel van de Europese Centrale Bank;
- c)
registreert de functionaris voor gegevensbescherming bij de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming overeenkomstig artikel 44, lid 9, van Verordening (EU) 2018/1725.
2.
De directie ziet erop toe dat de functionaris voor gegevensbescherming in staat is de taken en verplichtingen als bedoeld in artikel 45 van Verordening (EU) 2018/1725 onafhankelijk te vervullen, zonder instructies te ontvangen over de wijze waarop hij of zij de taken moet uitvoeren. Onverminderd die onafhankelijkheid:
- a)
is de functionaris voor gegevensbescherming onderworpen aan de arbeidsvoorwaarden voor het personeel van de Europese Centrale Bank;
- b)
wordt de functionaris voor gegevensbescherming om administratieve redenen en voor de toepassing van het tewerkstellingskader van de ECB toegewezen aan het directoraat-generaal Juridische Zaken van de ECB;
- c)
raadpleegt degene die de functionaris voor gegevensbescherming beoordeelt, de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en kan daarbij ook input van andere belanghebbenden van de ECB vragen, alvorens de prestatie van de functionaris voor gegevensbescherming in de uitoefening van zijn of haar functie te beoordelen. De functionaris voor gegevensbescherming mag bij de uitoefening van zijn of haar taken en verplichtingen geen nadeel ondervinden;
- d)
de functionaris voor gegevensbescherming kan worden ontslagen door de directie indien hij of zij niet langer voldoet aan de voorwaarden voor de uitoefening van zijn of haar taken en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming heeft ingestemd met het ontslag overeenkomstig artikel 44, lid 8, van Verordening (EU) 2018/1725.
3.
De directie kan een plaatsvervangende functionaris voor gegevensbescherming benoemen, op wie de leden 1 en 2 van toepassing zijn. De plaatsvervangende functionaris voor gegevensbescherming staat de functionaris voor gegevensbescherming bij in de vervulling van zijn of haar taken en verplichtingen en vervangt de functionaris voor gegevensbescherming bij diens afwezigheid.
4.
Een personeelslid van de ECB dat de functionaris voor gegevensbescherming bijstaat met betrekking tot gegevensbeschermingskwesties, handelt uitsluitend volgens de instructies van de functionaris voor gegevensbescherming en is gebonden door het beroepsgeheim en de geheimhoudingsplicht overeenkomstig artikel 44, lid 5, van Verordening (EU) 2018/1725 in samenhang met artikel 37 van de ESCB-statuten.
5.
Overeenkomstig artikel 43, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1725 kan de functionaris voor gegevensbescherming op verzoek van het ESRB worden gemachtigd om de taken als bedoeld in artikel 45 van Verordening (EU) 2018/1725 uit te voeren voor wat het ESRB betreft.