Einde inhoudsopgave
Wet op het specifiek cultuurbeleid
Artikel 10 [Nadere voorwaarden]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1998
- Bronpublicatie:
04-12-1997, Stb. 1997, 580 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken: 25464)
- Inwerkingtreding
01-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-1997, Stb. 1997, 581 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Een besluit tot wijziging van de statuten treedt slechts in werking nadat Onze Minister daarmee heeft ingestemd. De artikelen 10:28 tot en met 10:31 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.
2.
De leden van het bestuur van een fonds worden door Onze Minister benoemd, geschorst en ontslagen. In de statuten kan worden bepaald dat leden na voordracht van één of meer in de statuten genoemde organisaties kunnen worden benoemd.
3.
Een fonds kan worden ontbonden door een besluit van het bestuur, welk besluit de goedkeuring van Onze Minister behoeft, alsmede door een besluit van Onze Minister gehoord het bestuur. In beide gevallen geeft het bestuur aan het liquidatiesaldo een bestemming die zoveel mogelijk in overeenstemming is met het doel van het fonds. Een besluit tot bestemming van het liquidatiesaldo treedt slechts in werking na goedkeuring door Onze Minister.
4.
Het bestuur van een fonds stelt één of meer reglementen vast waarin in ieder geval worden vastgelegd de werkwijze, de procedures en de criteria die het bestuur bij het verstrekken van subsidies hanteert, alsmede de verplichtingen die aan de subsidie-ontvanger worden opgelegd. In deze reglementen kunnen voorts regels worden gesteld met betrekking tot de vaststelling van een subsidieplafond en de wijze van verdeling daarvan, de betaling en terugvordering van de subsidie alsmede de verlening van voorschotten op de subsidie. Onze Minister kan met betrekking tot genoemde onderwerpen het bestuur van een fonds voorschrijven ter zake een reglement te wijzigen. Een besluit tot vaststelling van een reglement of een wijziging daarvan treedt slechts in werking na goedkeuring door Onze Minister. Goedkeuring kan worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Het niet tijdig bekendmaken van een besluit omtrent goedkeuring of een besluit tot verdaging van de beslissing omtrent goedkeuring heeft niet tot gevolg dat een besluit tot goedkeuring geacht wordt te zijn genomen.
5.
Het bestuur van een fonds plaatst de statuten, wijzigingen daarvan, een reglement als bedoeld in het vierde lid, alsmede wijzigingen daarvan zo spoedig mogelijk na goedkeuring door Onze Minister in de Staatscourant.