Einde inhoudsopgave
Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 [Curaçao]
Artikel 24A [Berekening belasting, kortingen en toeslagen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
30-11-2022, Publicatieblad van Curaçao 2022, 124 (uitgifte: 05-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2022, Publicatieblad van Curaçao 2022, 124 (uitgifte: 05-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
1.
De verschuldigde belasting is de belasting berekend volgens artikel 24 minus de basiskorting en de daarop van toepassing zijnde alleenverdienertoeslag ouderentoeslag en kindertoeslag. Niet binnen Curaçao wonende personen als bedoeld in artikel 1, derde lid, hebben geen recht op de basiskorting.
2.
De belastingplichtige geniet een basiskorting ten bedrage van NAf 2.601,-.
3.
De alleenverdienertoeslag bedraagt NAf 1.587,-.
4.
De in de Nederlandse Antillen wonende belastingplichtige die het gehele kalenderjaar gehuwd is geweest zonder duurzaam gescheiden te leven heeft recht op alleenverdienertoeslag indien het belastbaar inkomen van zijn echtgenoot in het kalenderjaar gelijk is aan of kleiner is dan nihil.
5.
Vervallen.
6.
De in de Nederlandse Antillen wonende belastingplichtige geniet een ouderentoeslag, indien hij bij aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt, ten bedrage van NAf 1.198,-. Ten aanzien van de belastingplichtige aan wie de in artikel 20, tweede en derde lid, bedoelde bestanddelen van het inkomen van zijn echtgenoot worden toegerekend wordt dit bedrag op gezamenlijk verzoek van beide echtgenoten verhoogd met het bedrag van de ouderentoeslag van zijn echtgenoot verminderd met diens verschuldigde belasting, tot ten hoogste een bedrag van NAf 601,-.
7.
De kindertoeslag, bedoeld in artikel 23A, bedraagt:
- a.
voor categorie I: NAf 846,-;
- b.
voor categorie II: NAf 423,-;
- c.
voor categorie III: NAf 111,-;
- d.
voor categorie IV: NAf 85,-.
8.
Ten aanzien van de belastingplichtige aan wie de in artikel 20, tweede en derde lid, bedoelde bestanddelen van het inkomen van zijn echtgenoot worden toegerekend, kan op verzoek het bedrag aan kindertoeslag van de echtgenoot aan de andere worden toegerekend. De echtgenoot heeft dan geen recht meer op die kindertoeslag. Bij ministeriële regeling met algemene werking kunnen regels gesteld worden op grond waarvan ingeval van twee ongehuwde ouders het recht op kindertoeslag kan worden overgeheveld naar de andere ouder dan wel ingeval van één-ouderschap de kindertoeslag kan worden verdubbeld.