Einde inhoudsopgave
Omgevingswet
Artikel 4.3 (grondslag rijksregels)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-10-2023, Stb. 2023, 376 (uitgifte: 27-10-2023, kamerstukken: 36367)
08-07-2020, Stb. 2020, 310 (uitgifte: 04-09-2020, kamerstukken: 34985)
14-03-2020, Stb. 2020, 112 (uitgifte: 09-04-2020, kamerstukken: 35133)
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
18-12-2019, Stb. 2019, 517 (uitgifte: 30-12-2019, kamerstukken: 35347)
23-03-2016, Stb. 2016, 156 (uitgifte: 26-04-2016, kamerstukken: 33962)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2023, Stb. 2023, 470 (uitgifte: 15-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
20-03-2023, Stb. 2023, 89 (uitgifte: 22-03-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de volgende activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving:
- a.
bouwactiviteiten, sloopactiviteiten en het gebruik en het in stand houden van bouwwerken,
- b.
milieubelastende activiteiten,
- c.
lozingsactiviteiten op:
- 1°
een oppervlaktewaterlichaam,
- 2°
een zuiveringtechnisch werk,
- d.
wateronttrekkingsactiviteiten,
- e.
mijnbouwlocatieactiviteiten,
- f.
beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot:
- 1°
een weg,
- 2°
een waterstaatswerk,
- 3°
een installatie in een waterstaatswerk,
- g.
het gelegenheid bieden tot zwemmen of baden,
- h.
activiteiten die cultureel erfgoed betreffen,
- i.
activiteiten die werelderfgoed betreffen,
- j.
Natura 2000-activiteiten en activiteiten met mogelijke verslechterende of significant verstorende gevolgen voor een Natura 2000-gebied of een bijzonder nationaal natuurgebied,
- k.
de uitoefening van de jacht en activiteiten om populaties van in het wild levende dieren te beheren of om schade door dieren te bestrijden,
- l.
het gebruik en het onder zich hebben van middelen of installaties en het toepassen van methoden om dieren te vangen of te doden,
- m.
het vangen, doden en verwerken van walvissen,
- n.
activiteiten die de introductie of verspreiding van invasieve uitheemse soorten tot gevolg hebben of kunnen hebben,
- o.
het vellen en beheren van houtopstanden,
- p.
landinrichtingsactiviteiten.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de volgende activiteiten met dieren, planten, stoffen of zaken waarvan de daaraan voorafgaande verkrijging of productie gevolgen heeft of kan hebben voor de fysieke leefomgeving:
- a.
het verhandelen, het om een andere reden dan verkoop onder zich hebben en het binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van dieren, planten of producten daarvan,
- b.
het verhandelen en het binnen het grondgebied van Nederland brengen van hout of houtproducten,
- c.
het verhandelen en het binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van middelen of installaties om dieren te vangen of te doden.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen met het oog op de doelen van de wet regels worden gesteld over de volgende activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving:
- a.
ontgrondingsactiviteiten,
- b.
stortingsactiviteiten op zee,
- c.
beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot:
- 1°
een luchthaven,
- 2°
een hoofdspoorweg, lokale spoorweg of bijzondere spoorweg,
- d.
flora- en fauna-activiteiten.
4.
De regels kunnen bij ministeriële regeling worden gesteld als deze uitvoeringstechnische, administratieve en meet- of rekenvoorschriften inhouden.
5.
Bij het stellen van de regels worden de grenzen van artikel 2.3, derde lid, in acht genomen.