Richtlijn 97/74/EG betreffende de uitbreiding tot het Verenigd Koninkrijk van Richtlijn 94/45/EG inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 05-02-1998
- Bronpublicatie:
15-12-1997, PbEG 1998, L 10 (uitgifte: 16-01-1998, regelingnummer: 97/74/EG)
- Inwerkingtreding
05-02-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-1997, PbEG 1998, L 10 (uitgifte: 16-01-1998, regelingnummer: 97/74/EG)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Richtlijn van de Raad van 15 december 1997 betreffende de uitbreiding tot het Verenigd Koninkrijk van Richtlijn 94/45/EG inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europees Parlement (2),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),
Overwegende dat de Raad, handelend naar de Overeenkomst betreffende de sociale politiek bij Protocol nr. 14, gehecht aan het Verdrag, inzonderheid naar artikel 2, lid 2, zijn goedkeuring heeft gehecht aan Richtlijn 94/45/EG (4); dat bijgevolg Richtlijn 94/45/EG niet van toepassing is op het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland;
Overwegende dat de Europese Raad van Amsterdam van 16 en 17 juni 1997 met instemming kennis heeft genomen van het op de Intergouvernementele Conferentie bereikte akkoord om de Overeenkomst betreffende de sociale politiek op te nemen in het Verdrag en er tevens nota van heeft genomen dat een middel moet worden gevonden om vóór de ondertekening van het Verdrag van Amsterdam rechtsgevolg te geven aan de wens van het Verenigd Koninkrijk om de richtlijnen te aanvaarden die reeds op basis van deze overeenkomst zijn aangenomen; dat deze richtlijn dit doel beoogt, door Richtlijn 94/45/EG uit te breiden tot het Verenigd Koninkrijk;
Overwegende dat het feit dat Richtlijn 94/45/EG niet van toepassing is op het Verenigd Koninkrijk een rechtstreeks effect heeft op de werking van de interne markt; dat de tenuitvoerlegging van die richtlijn in alle lidstaten de werking van de interne markt zal verbeteren;
Overwegende dat Richtlijn 94/45/EG bepaalt dat de bijzondere onderhandelingsgroep ten hoogste 17 leden telt; dat dit aantal overeenstemt met de 14 lidstaten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de sociale politiek, plus de overblijvende drie partijen bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte; dat door de aanneming van deze richtlijn het aantal staten dat onder Richtlijn 94/45/EG valt, stijgt tot 18; dat bovenstaand maximumaantal derhalve dient te worden verhoogd tot 18, zodat elke lidstaat wordt vertegenwoordigd waarin de onderneming met een communautaire dimensie over één of meer vestigingen beschikt of waarin het concern met een communautaire dimensie de zeggenschap uitoefent, dan wel één of meer ondernemingen heeft waarover zeggenschap wordt uitgeoefend;
Overwegende dat Richtlijn 94/45/EG voorziet in een bijzondere behandeling voor ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie waarin op 22 september 1996 een voor alle werknemers geldende overeenkomst inzake grensoverschrijdende informatie en raadpleging van werknemers van kracht is; dat dienovereenkomstig aan ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie die louter als gevolg van de toepassing van deze richtlijn op het Verenigd Koninkrijk onder het toepassingsgebied van Richtlijn 94/45/EG vallen, een soortgelijke behandeling moet worden toegekend;
Overwegende dat de aanneming van deze richtlijn tot gevolg heeft dat Richtlijn 94/45/EG van toepassing wordt in alle lidstaten, inclusief het Verenigd Koninkrijk; dat, vanaf de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn, de term ‘lidstaten’ in Richtlijn 94/45/EG in voorkomend geval het Verenigd Koninkrijk omvat;
Overwegende dat de lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking moesten doen treden om uiterlijk twee jaar na de aanneming van Richtlijn 94/45/EG aan de bepalingen ervan te voldoen; dat aan het Verenigd Koninkrijk alsmede aan de overige lidstaten eenzelfde periode moet worden toegekend, zodat zij de nodige bepalingen in werking kunnen doen treden om aan deze richtlijn te voldoen,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: