Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 2304/2002 houdende uitvoering van Besluit 2001/822/EG van de Raad betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Gemeenschap (‘LGO-besluit’)
Artikel 24 Controlespoor
Geldend
Geldend vanaf 21-12-2002
- Bronpublicatie:
20-12-2002, PbEG 2002, L 348 (uitgifte: 21-12-2002, regelingnummer: 2304/2002)
- Inwerkingtreding
21-12-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2002, PbEG 2002, L 348 (uitgifte: 21-12-2002, regelingnummer: 2304/2002)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Europees belastingrecht (V)
1.
De beheers- en controlesystemen van de LGO moeten een toereikend controlespoor verschaffen, in overeenstemming met de voorwaarden die in elke financieringsovereenkomst zijn vastgelegd.
2.
Van een toereikend controlespoor is sprake indien:
- a)
een op het passende beheersniveau bijgehouden boekhouding gedetailleerde informatie bevat over de uitgaven die bij de door het EOF gefinancierde maatregelen daadwerkelijk zijn gedaan. In de boekhoudgegevens worden aangegeven de datum waarop zij zijn vastgelegd, het bedrag van elke uitgavenpost, de aard van de tot staving dienende documenten en de datum en wijze van betaling. Het nodige schriftelijke bewijsmateriaal (bijvoorbeeld facturen) wordt bijgevoegd;
- b)
de technische specificaties en het financieringsplan voor de maatregel, voortgangsverslagen en de documenten betreffende de goedkeuring van de subsidie en inschrijvings- en aanbestedingsprocedures en verslagen van inspecties van de gefinancierde producten en diensten eveneens op het passende beheersniveau worden bewaard;
- c)
de boekhoudgegevens met behulp van computers worden doorgegeven; dan laten alle betrokken instanties zich door het lagere niveau voldoende informatie tot staving van hun eigen boekhouding en van de aan het hogere niveau te rapporteren bedragen verstrekken, zodat een toereikend controlespoor ontstaat van de samenvattende bedragen die als gecertificeerde bedragen aan de Commissie worden meegedeeld tot de afzonderlijke uitgavenposten en de tot staving dienende documenten op het niveau van de eindbegunstigden en de instanties en bedrijven die de projecten uitvoeren.
3.
De territoriale ordonnateur neemt alle voor de tenuitvoerlegging van dit artikel vereiste maatregelen.