RvdW 2020/227
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Verplichting tot voorzetting onderhandelingen? Onvoorziene omstandigheden. Eisen van redelijkheid en billijkheid. Verhouding tussen art. 6:248 BW en art. 6:258 BW. Grenzen van de rechtsstrijd. Ontoelaatbare verrassingsbeslissing?
HR 07-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:209
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 februari 2020
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/04580
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:209, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1063, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑10‑2019
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Verplichting tot voorzetting onderhandelingen? Onvoorziene omstandigheden. Eisen van redelijkheid en billijkheid. Verhouding tussen art. 6:248 BW en art. 6:258 BW. Grenzen van de rechtsstrijd. Ontoelaatbare verrassingsbeslissing?
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 18/04580
Datum 7 februari 2020
ARREST
In de zaak van
[eiseres] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
hierna: [eiseres],
advocaat: J.P. van den Berg,
tegen
STICHTING STAEDION, gevestigd te Den Haag,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Staedion,
advocaat: R.P.J.L. Tjittes.