NJ 2021/151
Kinderalimentatie. Berekening draagkracht alimentatieplichtige; forfaitaire woonlast; taak rechter.
HR 16-04-2021, ECLI:NL:HR:2021:586
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 april 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, A.M.J. van Buchem-Spapens, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
20/02639
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS267761:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:586, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑04‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:138, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑02‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑08‑2020
- Wetingang
Art. 1:401 BW
Essentie
Kinderalimentatie. Berekening draagkracht alimentatieplichtige; forfaitaire woonlast; taak rechter.
Samenvatting
Sinds 2013 adviseert de Expertgroep Alimentatie om bij de berekening van de draagkracht van de alimentatieplichtige voor de voldoening van kinderalimentatie wat betreft de woonlasten uit te gaan van 30% van het netto besteedbaar inkomen. Op zichzelf is het hanteren van een forfaitaire woonlast niet in strijd met de wettelijke maatstaven. Het dient bovendien de voorspelbaarheid en rechtszekerheid en voorkomt dat elke verandering van de woonsituatie aanleiding geeft tot een verzoek tot wijziging van de alimentatie. De rechter zal echter, indien met de aldus berekende draagkracht niet (geheel) in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.