Einde inhoudsopgave
Wet algemene regels herindeling
Artikel 12 [Voorbereiding]
Geldend
Geldend vanaf 21-02-2001
- Redactionele toelichting
Paragraafopschrift 4 is ingevoegd.
- Bronpublicatie:
25-01-2001, Stb. 2001, 85 (uitgifte: 20-02-2001, kamerstukken: 25234)
- Inwerkingtreding
21-02-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-01-2001, Stb. 2001, 85 (uitgifte: 20-02-2001, kamerstukken: 25234)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
Omgevingsrecht / Ruimtelijke ordening
1.
De voorbereiding van een herindelingsregeling door Onze Minister geschiedt met overeenkomstige toepassing van artikel 8, eerste tot en met vierde lid, met dien verstande dat:
- a.
Onze Minister in de plaats treedt van gedeputeerde staten;
- b.
tevens gedeputeerde staten van de betrokken provincie of van de betrokken provincies in de gelegenheid worden gesteld tot het voeren van het overleg, bedoeld in artikel 8, eerste lid; en
- c.
het herindelingsontwerp tevens aan gedeputeerde staten van de betrokken provincie wordt gezonden dan wel aan de provinciale staten van de betrokken provincies indien het betreft een grenscorrectie die gepaard gaat met een wijziging van een provinciegrens. Zij kunnen tot uiterlijk drie maanden na ontvangst van het herindelingsontwerp hun zienswijze over het ontwerp kenbaar maken aan Onze Minister.
2.
Indien door gedeputeerde staten met betrekking tot gemeenten voorbereidingen zijn getroffen als bedoeld in de artikelen 8 en 9 voor een herindelingsadvies of een herindelingsregeling en Onze Minister met toepassing van het eerste lid de voorbereiding van een herindelingsregeling ten aanzien van die gemeenten ter hand neemt, kunnen de door gedeputeerde staten getroffen voorbereidingen door Onze Minister worden aangemerkt als door hem getroffen voorbereidingen.