Smartengeld
Einde inhoudsopgave
Smartengeld 1998/3.1:3.1 Inleiding
Archief
Smartengeld 1998/3.1
3.1 Inleiding
Documentgegevens:
prof. mr. S.D. Lindenbergh, datum 21-06-1998
- Datum
21-06-1998
- Auteur
prof. mr. S.D. Lindenbergh
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De basis voor het recht op vergoeding van immateriële schade ligt in artikel 95 van Boek 6 BW, dat bepaalt:
'De schade die op grond van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding moet worden vergoed, bestaat in vermogensschade en ander nadeel, dit laatste voor zover de wet op vergoeding hiervan recht geeft.'
Aldus is een onderscheid aangebracht tussen vermogensschade en ander nadeel en wordt met betrekking tot dat laatste een afzonderlijke wettelijke grondslag gevergd voor het bestaan van een recht op vergoeding.
In dit hoofdstuk zal eerst aandacht worden besteed aan de achtergrond en de (formele) reikwijdte van de met artikel 6:95 gemaakte keuze. Vervolgens zal worden onderzocht welke betekenis toekomt aan de begrippen vermogensschade en ander nadeel en langs welke lijn(en) het onderscheid loopt. De wettelijke gronden waarnaar artikel 6:95 verwijst zullen in de volgende twee hoofdstukken nader worden onderzocht, zodat een goed beeld over de (materiële) reikwijdte eerst dan kan worden gevormd.