Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken
Einde inhoudsopgave
Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken (BPP nr. XIX) 2017/162:162 Conclusie: verenigbaar met EU-recht?
Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken (BPP nr. XIX) 2017/162
162 Conclusie: verenigbaar met EU-recht?
Documentgegevens:
C.J.S. Vrendenbarg, datum 15-12-2017
- Datum
15-12-2017
- Auteur
C.J.S. Vrendenbarg
- JCDI
JCDI:ADS575479:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Wanneer de stelsels voor zover mogelijk worden getoetst aan het normatieve beoordelingskader van hoofdstuk 2 en 3, kan niet zonder meer worden gesteld dat de meer rigide kostenregels van België en Duitsland niet verenigbaar zijn met EU-recht (en de flexibele Engelse regels van de CPR, bijvoorbeeld, wel). Zoals aan de orde is gekomen, is behalve evenredigheid vereist dat het stelsel voldoet aan de beginselen van rechtszekerheid en gelijkheid der procespartijen. Op dat punt lijken de Duitse en Belgische kostenregels juist hoog te scoren. Wat het evenredigheidsbeginsel betreft kan worden betoogd dat in het Belgische stelsel – in tegenstelling tot het Duitse – wel rekening kan worden gehouden met ernst, omvang en impact van inbreuken, maar dat die ruimte is ingeperkt door de absolute minimum- en maximumtarieven en bovendien weinig lijkt te worden benut. In Engeland is met het tariefstelsel in procedures bij de IPEC vooral beoogd rechtszekerheid te bieden. Aan het evenredigheidsbeginsel lijkt in zoverre recht te worden gedaan, dat geringe inbreuken via de small claims track kunnen worden beslecht en de meer complexe en omvangrijke procedures aan de (Patent) High Court worden voorgelegd. Laatstgenoemde procedures zijn echter weer onderworpen aan de algemene kostenregels van de CPR, waarbij weliswaar veel ruimte is voor maatwerk maar waar weinig rechtszekerheid van uitgaat. Zo bezien is er niet een stelsel dat aan alle vereisten voldoet, en lijken andersom de vereisten van evenredigheid, gelijkheid der procespartijen en rechtszekerheid moeilijk te verenigen in één stelsel.
Doorslaggevend voor de vraag naar de verenigbaarheid van de stelsels met EU-recht zijn de respectievelijke ‘scores’ op de punten van de vereiste doeltreffendheid en effectieve rechtsbescherming. Die toets is meer gecompliceerd en vergt (empirisch) onderzoek naar de effecten van de verschillende stelsels. Over de inzichten die in dit verband zijn opgedaan uit literatuur en praktijk handelt het navolgende hoofdstuk.