Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende minimum-normen van sociale zekerheid
Artikel 57
Geldend
Geldend vanaf 27-04-1955
- Bronpublicatie:
28-06-1952, Trb. 1953, 69 (uitgifte: 04-09-1953, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
27-04-1955
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-03-1963, Trb. 1963, 37 (uitgifte: 01-03-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
International Labour Organization
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
1.
De in artikel 56 bedoelde uitkering moet tijdens het door verzekering gedekte geval ten minste worden gewaarborgd:
- a)
aan een beschermd persoon, die vóór het intreden van het door verzekering gedekte geval overeenkomstig voorgeschreven regelen een wachttijd heeft vervuld, welke kan bestaan hetzij in 15 jaren van premiebetaling of van arbeid, hetzij in 10 jaren van verblijf;
- b)
wanneer in beginsel alle werkende personen onder de regeling vallen, aan een beschermd persoon, die een wachttijd van drie jaren van premiebetaling heeft vervuld en te wiens name, in de loop van de actieve periode van zijn leven, premiën zijn betaald, waarvan het gemiddelde aantal per jaar een voorgeschreven aantal bereikt.
2.
Wanneer de toekenning van de in het eerste lid bedoelde uitkering afhankelijk is gesteld van de vervulling van een minimum-tijdvak van premiebetaling of van arbeid, moet ten minste een verminderde uitkering worden gewaarborgd:
- a)
aan een beschermd persoon, die vóór het intreden van het door verzekering gedekte geval overeenkomstig voorgeschreven regelen een wachttijd van vijf jaren van premiebetaling of van arbeid heeft vervuld;
- b)
wanneer in beginsel alle werkende personen onder de regeling vallen, aan een beschermd persoon, die een wachttijd heeft vervuld van drie jaren van premiebetaling en te wiens name, in de loop van de actieve periode van zijn leven, de helft van het voorgeschreven gemiddelde aantal premiën per jaar, bedoeld in alinea b) van het eerste lid van dit artikel, is betaald.
3.
Aan het bepaalde in het eerste lid van dit artikel wordt geacht te zijn voldaan, wanneer een uitkering, berekend overeenkomstig Deel XI, doch naar een percentage, hetwelk 10 eenheden minder bedraagt dan dat, hetwelk in de bij dat Deel gevoegde tabel is aangegeven voor de model-gerechtigde, ten minste gewaarborgd wordt aan ieder beschermd persoon, die overeenkomstig voorgeschreven regelen vijf jaren van premiebetaling, van arbeid of van verblijf heeft vervuld.
4.
Een evenredige vermindering van het percentage, aangegeven in de bij Deel XI gevoegde tabel, kan worden toegepast, wanneer de wachttijd voor de met het verminderde percentage overeenkomende uitkering meer bedraagt dan vijf jaren van premiebetaling of van arbeid, doch minder dan 15 jaren van premiebetaling of van arbeid. De verminderde uitkering zal worden toegekend overeenkomstig het tweede lid van dit artikel.