Einde inhoudsopgave
Noodwet Arbeidsvoorziening
Artikel 29
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1994
- Bronpublicatie:
04-06-1992, Stb. 1992, 422 (uitgifte: 01-01-1992, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 22061 Overheid.nl: 22061)
- Inwerkingtreding
01-01-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-1993, Stb. 1993, 693 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid re-integratie / Algemeen
1.
Zolang een opgeroepen burgerdienstplichtige door het voldoen aan de ingevolge de oproeping op hem rustende verplichtingen verhinderd is te voldoen aan de verplichtingen, welke op hem als werknemer in een bestaande arbeidsverhouding rusten, is deze arbeidsverhouding geschorst, doch kan zij door partijen niet worden beëindigd zonder vergunning van het Hoofd Arbeidsvoorziening.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regelen worden gesteld omtrent de gevolgen van de schorsing voor de rechten en verplichtingen uit zodanige arbeidsverhouding.
3.
Een vergunning als in het eerste lid bedoeld kan onder beperkingen worden verleend. Aan zodanige vergunning kunnen voorschriften worden verbonden.
4.
Artikel 8 is van overeenkomstige toepassing.