Einde inhoudsopgave
Besluit vrijstelling artikel 11 Wet op de omzetbelasting 1968 (medische dienstverlening)
3.2 Deskundigheidsgebied en opleiding
Geldend
Geldend vanaf 02-04-2016
- Redactionele toelichting
Deze regeling is herplaatst (13-04-2016).
- Bronpublicatie:
29-03-2016, Stcrt. 2016, 17339 (uitgifte: 01-04-2016, regelingnummer: BLKB2016/433M)
- Inwerkingtreding
02-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-03-2016, Stcrt. 2016, 17339 (uitgifte: 01-04-2016, regelingnummer: BLKB2016/433M)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Vrijstelling
Een Wet BIG-beroepsbeoefenaar kan de btw-vrijstelling toepassen op alle gezondheidskundige handelingen die behoren tot zijn deskundigheidsgebied zoals omschreven in de Wet BIG.
De Wet BIG geeft een omschrijving van het deskundigheidsgebied van alle beroepen waarvoor in artikel 3 van de Wet BIG regels zijn gesteld. Voor beroepen die krachtens artikel 34 van de Wet BIG bij AMvB zijn geregeld, wordt in de AMvB het deskundigheidsgebied omschreven. Als het deskundigheidsgebied in de Wet BIG of in de AMvB krachtens de Wet BIG nauwkeurig is omschreven, vallen alleen de omschreven handelingen onder de vrijstelling (zie ook § 4). Dit is bijvoorbeeld het geval bij verloskundigen en bij medische beroepsbeoefenaren die krachtens artikel 36a van de Wet BIG bij AMvB zijn aangewezen.
Tot het deskundigheidsgebied van een arts wordt op grond van de Wet BIG gerekend het verrichten van handelingen op het terrein van de geneeskunst. Hieronder vallen alle gezondheidskundige handelingen die zijn gericht op het behoeden voor en het genezen van ziekten en het beoordelen van de gezondheidstoestand van de mens. Voor de toepassing van de vrijstelling worden daaronder ook verstaan de niet-reguliere c.q. alternatieve handelingen.5.
De wettelijke voorwaarde voor toepassing van de vrijstelling dat de gezondheidskundige diensten onderdeel moeten vormen van de opleiding die bij of krachtens de Wet BIG is vereist, geldt door de uitspraak van Gerechtshof Den Bosch niet in alle situaties. Het gerechtshof heeft namelijk vastgesteld dat de inhoud van de opleiding tot arts niet bij of krachtens de Wet BIG is vastgelegd. De opleidingscentra zijn vrij om deze inhoud met inachtneming van de opleidingseisen die zijn neergelegd in een algemene maatregel van bestuur behorende bij de Wet BIG vast te stellen. In overeenkomstige gevallen geldt hetzelfde voor andere Wet BIG-beroepsbeoefenaren waar de inhoud van de opleiding niet in of bij de Wet BIG zijn opgenomen of ruimte laten voor vrije invulling door opleidingscentra.
Voetnoten
Gerechtshof Den Bosch 11 september 2015, nr. 14/00971, ECLI:NL:GHSHE:2015:3527.