Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsreglement Europees Octrooiverdrag 2000
Regel 64 Verslag van het Europees nieuwheidsonderzoek indien er geen eenheid van uitvinding is
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2010
- Bronpublicatie:
25-03-2009, Trb. 2013, 127 (uitgifte: 06-08-2013, regelingnummer: CA/D3/09)
- Inwerkingtreding
01-04-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2009, Trb. 2013, 127 (uitgifte: 06-08-2013, regelingnummer: CA/D3/09)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien het Europees Octrooibureau van oordeel is dat de Europese octrooiaanvrage niet voldoet aan het vereiste van eenheid van uitvinding, stelt het een gedeeltelijk verslag van het nieuwheidsonderzoek op voor die delen van de aanvrage die betrekking hebben op de uitvinding, of op de groep van uitvindingen in de zin van artikel 82, die als eerste in de conclusies staat vermeld. Het deelt de aanvrager mede dat, indien het verslag van het Europees nieuwheidsonderzoek de andere uitvindingen dient te bestrijken, voor elke betrokken uitvinding binnen een termijn van twee maanden een volgende taks voor het nieuwheidsonderzoek dient te worden betaald. Het verslag van het Europees nieuwheidsonderzoek wordt voor de delen van de octrooiaanvrage opgesteld die betrekking hebben op de uitvindingen waarvoor taksen voor het nieuwheidsonderzoek zijn betaald.
2.
Elke taks die is betaald ingevolge het eerste lid wordt terugbetaald, indien tijdens het onderzoek van de Europese octrooiaanvrage de aanvrager daarom verzoekt en de onderzoeksafdeling vaststelt dat de in het eerste lid bedoelde mededeling niet gerechtvaardigd was.