V-N 2019/58.14
Rentevergoeding bij terugbetaling van in strijd met het EU-recht geheven antidumpingrechten
HR 29-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1875, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 november 2019
- Magistraten
Punt, Overgaauw, Van Loon, Fierstra, Van Hilten
- Zaaknummer
15/04667
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS170682:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Invorderingsrente en betalingskorting
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1875, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑11‑2017
ECLI:NL:HR:2017:2820, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑11‑2017
- Wetingang
art. 8:73 Awb; art. 6:119 en 6:120 lid 1 BW; art. 27quater, 28c en 29 IW 1990; art. 7:4a lid 6 Algemene douanewet
Essentie
De Hoge Raad oordeelt bij wijze van eindbeslissing dat Eurobolt bv geen antidumpingrechten is verschuldigd omdat het HvJ EU de betreffende EU-verordening inmiddels ongeldig heeft verklaard. Bij wijze van schadevergoeding moeten de rechten met rente aan Eurobolt worden terugbetaald.
Samenvatting
Eurobolt bv handelt in metalen bevestigingsmiddelen. In 2009 zijn EU-antidumpingrechten ingesteld voor de invoer van dergelijke producten uit de Volksrepubliek China. In 2010 plaatst Eurobolt dergelijke inkooporders in Maleisië. In 2011 zijn de antidumpingrechten uitgebreid voor metalen bevestigingsmiddelen die vanuit Maleisië worden verzonden. In geschil zijn de aan Eurobolt gerichte uitnodigingen tot betaling van antidumpingrechten van € 587.802. Volgens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.