NJB 2018/1772
Toepassing bij de strafoplegging van ten gunste van de verdachte gewijzigde sanctierecht, art. 1 Sr: gelet op het in casu toepasselijke lagere strafmaximum van art. 344a Sr en de overweging van het hof dat het bij de strafoplegging heeft ‘gelet op de ernst van het bewezen verklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum’, heeft het hof, dat ten onrechte art. 341 (oud) Sr had toegepast, bij de strafmotivering een onjuist strafmaximum tot uitgangspunt genomen. De strafoplegging is daardoor ontoereikend gemotiveerd
HR 18-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1683
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 september 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/05803
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1683, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1002, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑06‑2018
- Wetingang
Essentie
Toepassing bij de strafoplegging van ten gunste van de verdachte gewijzigde sanctierecht, art. 1 Sr: gelet op het in casu toepasselijke lagere strafmaximum van art. 344a Sr en de overweging van het hof dat het bij de strafoplegging heeft ‘gelet op de ernst van het bewezen verklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum’, heeft het hof, dat ten onrechte art. 341 (oud) Sr had toegepast, bij de strafmotivering een onjuist strafmaximum tot uitgangspunt genomen. De strafoplegging is daardoor ontoereikend gemotiveerd
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.