Einde inhoudsopgave
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds
Artikel 77
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
27-06-2014, Trb. 2014, 207 (uitgifte: 26-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2016, Trb. 2016, 89 (uitgifte: 28-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
Internationaal publiekrecht / Algemeen
De onderlinge samenwerking bestrijkt onder meer de volgende gebieden en doelstellingen:
- a)
energiestrategieën en -beleid;
- b)
de ontwikkeling van concurrentiële, transparante, niet-discriminerende energiemarkten overeenkomstig EU-normen, met inbegrip van de verplichtingen volgens het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap, via hervormingen van de regelgeving en de deelname aan regionale energiesamenwerking;
- c)
de ontwikkeling van een aantrekkelijk en stabiel investeringsklimaat door het aanpakken van de institutionele, wettelijke, fiscale en andere voorwaarden;
- d)
energie-infrastructuur, met inbegrip van projecten van gezamenlijk belang, ter diversifiëring van de energiebronnen, de leveranciers en de vervoersroutes op een economisch doeltreffende en milieubewuste wijze, onder meer door facilitering van op leningen en subsidies gebaseerde investeringen;
- e)
de verbetering en versterking van stabiliteit op de lange termijn en van veiligheid van de energietoevoer en -handel, -doorvoer en -transport op een wederzijds voordelige en niet-discriminerende wijze overeenkomstig de EU-voorschriften en internationale voorschriften;
- f)
de bevordering van energie-efficiëntie en energiebesparing, onder meer inzake de energieprestatie van gebouwen, en de ontwikkeling van en steun aan duurzame energie op een economisch verantwoorde en milieubewuste wijze;
- g)
het terugbrengen van broeikas-emissies, onder mee door energie-efficiëntie en duurzame-energieprojecten;
- h)
wetenschappelijke en technische samenwerking en uitwisseling van informatie voor de ontwikkeling en verbetering van technologieën voor de productie, het vervoer, de levering en het eindgebruik van energie, met bijzondere aandacht voor energie-efficiënte en milieuvriendelijke technologieën; en
- i)
mogelijke voortzetting van de samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid en stralingsbescherming, overeenkomstig de beginselen en normen van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) en de relevante internationale verdragen en overeenkomsten die binnen het kader van de IAEA zijn gesloten, alsook overeenkomstig, waar van toepassing, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.