Inhoudsopgave
NJB 2011, 579:(1) Onder de uiteengezette omstandigheden behoefde het hof niet in te gaan op een gevoerd verweer omtrent psychische overmacht in de zaak onder 2 ook al niet omdat de raadsvrouw haar pleidooi begon met de opmerking dat ‘het hoger beroep (…) zich niet (richt) tegen het onder feit 2 (zaak H.) bewezenverklaarde’.(2) De noodweer door de verdachte gericht tegen P. die direct bij binnenkomst in het café het vuur opende op de verdachte kon, anders dan het hof, er niet toe leiden dat het voorafgaand gedrag van de verdachte (als ‘eigen schuld’) aan het beroep op noodweer(exces) in de weg stond
NJB 2011, 579
(1) Onder de uiteengezette omstandigheden behoefde het hof niet in te gaan op een gevoerd verweer omtrent psychische overmacht in de zaak onder 2 ook al niet omdat de raadsvrouw haar pleidooi begon met de opmerking dat ‘het hoger beroep (…) zich niet (richt) tegen het onder feit 2 (zaak H.) bewezenverklaarde’.(2) De noodweer door de verdachte gericht tegen P. die direct bij binnenkomst in het café het vuur opende op de verdachte kon, anders dan het hof, er niet toe leiden dat het voorafgaand gedrag van de verdachte (als ‘eigen schuld’) aan het beroep op noodweer(exces) in de weg stond
Documentgegevens:
HR 22-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO5250
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 februari 2011
- Magistraten
Mrs. Koster, De Savornin Lohman, Ilsink, Thomassen en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
S 09/03114
- Conclusie
A-G Hofstee
- LJN
BO5250
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO5250, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑02‑2011
- Wetingang
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.