Ondernemingsrecht 2017/91
Ontvankelijkheid cassatieberoep; verzet tegen de beëindiging van overblijvende aansprakelijkheid.
HR 31-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:546, m.nt. mr. E.A. van Dooren
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 maart 2017
- Zaaknummer
16/00335
- Noot
mr. E.A. van Dooren
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS926707:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:546, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1326, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑01‑2016
Essentie
Ontvankelijkheid cassatieberoep; verzet tegen de beëindiging van overblijvende aansprakelijkheid.
Partij(en)
SNS/curatoren en CRI
Uitspraak
1. Feiten
De bovengenoemde beschikking van de Hoge Raad heeft betrekking op twee voormalige groepsmaatschappijen van de SNS-groep: Propertize BV (hierna: Propertize; voorheen SNS Property Finance BV) en PRPZ Financiering Participaties BV (hierna: PRPZ; voorheen SNSPF Financiering Participaties BV). Zowel ten aanzien van Propertize als ten aanzien van PRPZ was een verklaring in de zin van art. 2:403 lid 1 sub f BW gedeponeerd. In 2006 heeft SNS Bank een dergelijke ‘403-verklaring’ gedeponeerd ten aanzien van Propertize. In 2008 heeft SNS Reaal een 403-verklaring gedeponeerd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.