JWB 2017/10
Procesrecht, arbeidsrecht
HR 23-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2998
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 december 2016
- Zaaknummer
16/02674
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Arbeidsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2998, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:998, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑10‑2016
- Wetingang
Art. 392 Rv
Essentie
Procesrecht, arbeidsrecht
Samenvatting
Casus
In deze prejudiciële procedure staat centraal of onder de Wet werk en zekerheid de werkgever na een gegeven ontslag op staande voet nog kan worden ontvangen in een verzoek tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst, en ook of de kantonrechter nog een zodanige voorwaardelijke ontbinding kan uitspreken.
Rechtsvraag
De feitenrechter stelt de volgende prejudiciële vragen aan de Hoge Raad:
- A.
(a) Kan een werkgever onder de Wet werk en zekerheid in een verzoek tot voorwaardelijke ontbinding worden ontvangen?
- B.
Indien de hiervoor onder A (a) gestelde vraag in het algemeen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.