Rb. Amsterdam, 10-05-2012, nr. 482043 / KG RK 11-362
ECLI:NL:RBAMS:2012:BW7066
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
10-05-2012
- Zaaknummer
482043 / KG RK 11-362
- LJN
BW7066
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2012:BW7066, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 10‑05‑2012; (Voorlopige voorziening)
Uitspraak 10‑05‑2012
Inhoudsindicatie
Verlof tenuitvoerlegging Russisch arbitraal vonnis o.g.v. art. 1076 Rv. Alle verweren verworpen, waaronder verweer dat arbitraal vonnis in strijd is met openbare orde (1076 lid 1(B)) en verweer dat arbitraal vonnis naar Russisch recht als vernietigd moet worden beschouwd (1076 lid 1(A) onder e).
Partij(en)
beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rekestnummer: 482043 / KG RK 11-362
Beschikking van de voorzieningenrechter van 10 mei 2012
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
KOMPAS OVERSEAS INC.,
gevestigd te Panama City (Panama),
verzoekster,
advocaat mr. M. Meijjer te Amsterdam,
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
OAO SEVERNOE RECHNOE PAROKHODSTVO (Northern River Shipping Company),
gevestigd te Archangel'sk (Russische Federatie),
verweerster,
advocaat mr. M.M. van Leeuwen te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Kompas en NRSL worden genoemd.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
het verzoekschrift van Kompas met producties 1 tot en met 21;
- -
het verweerschrift van NRSL met producties 1 tot en met 8;
- -
de mondelinge behandeling en het daarvan opgemaakte proces-verbaal, met de daarin vermelde (nadere) stukken;
- -
de faxbrief van de United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR) van 4 oktober 2011 aan de rechtbank;
- -
de schriftelijke reactie op het verweerschrift van Kompas;
- -
het nader verweer van NRSL met twee producties.
1.2.
De beschikking is bepaald op heden.
2. De feiten
2.1.
NRSL is een rivierrederij. Normaal gesproken varen haar schepen op de grote Russische rivieren, maar als die rivieren dichtvriezen, varen zij ook naar bestemmingen in onder meer Europa.
2.2.
Op 17 september 1997 hebben Kompas en NRSL een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot een schip (de “Volgo-Balt – 153”). Op 21 oktober 1997 heeft NRSL het schip aan Kompas geleverd.
2.3.
[A] (hierna: [A]) is directeur van Kompas. Kompas is de onderneming van [A]. [A] heeft de [buitenlandse] nationaliteit en was tot eind 2004 woonachtig in [buitenland]. Daarna is [A] het land ontvlucht. Op [2006] heeft de United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR) [A] de status van vluchteling verleend. Thans woont [A] in Nederland.
2.4.
Op 5 oktober 2001 heeft Kompas op de voet van het in de koopovereenkomst opgenomen arbitraal beding tegen NRSL een arbitraal geding aanhangig gemaakt bij de Internationale Commerciële Arbitragerechtbank in Moskou, Russische Federatie (hierna: het scheidsgerecht). Naar de voorzieningenrechter begrijpt, ging het geschil over door Kompas gederfde winst door het mislopen van een charter (van Amador Enterprises Inc.). Het scheidsgerecht had ook op 5 november 1998 en 22, althans 27, juli 1999 al geschillen tussen partijen op grond van de koopovereenkomst beslecht. Deze geschillen betroffen, naar de voorzieningenrechter begrijpt, klachten van Kompas over de kwaliteit van het schip die hebben geresulteerd in toekenning van schadevergoeding aan Kompas (die NRSL heeft betaald) en de teruglevering van het schip door Kompas aan NRSL.
2.5.
Bij vonnis van 26 maart 2002 heeft het scheidsgerecht NRSL veroordeeld om een bedrag van in totaal US$ 909.461,97 aan Kompas te betalen (hierna: het arbitraal vonnis). NRSL heeft tot op heden slechts een bedrag van US$ 1.000 aan Kompas voldaan.
2.6.
Op 20 juni 2002 heeft het Moscow City Court Kompas verlof verleend voor de tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis en het verzoek van NRSL tot vernietiging van het arbitraal vonnis afgewezen.
2.7.
Op 13 augustus 2002 heeft het Supreme Court of the Russian Federation het door NRSL ingestelde hoger beroep tegen het verlof tot tenuitvoerlegging afgewezen en de beslissing van het Moscow City Court bekrachtigd.
2.8.
In november 2002 heeft NRSL het scheidsgerecht verzocht het arbitraal vonnis te vernietigen op grond van nieuwe feiten (kort gezegd, vervalsing van stukken door Kompas). Dit verzoek heeft het scheidsgerecht op 31 januari 2003 afgewezen. Bij brief van 25 maart 2003 heeft het scheidsgerecht dit nogmaals aan NRSL bevestigd. In deze brief schrijft het scheidsgerecht verder dat de zaak conform het reglement van het scheidsgerecht als gesloten dient te worden beschouwd na de definitieve uitspraak in de zaak en dat het reglement niet voorziet in de mogelijkheid van heropening van de zaak, behalve in gevallen waarin het gaat om correctie, interpretatie of een aanvulling van de uitspraak.
2.9.
In februari 2003 heeft NRSL het Moscow City Court verzocht het door haar op 20 juni 2002 verleende verlof tot tenuitvoerlegging te vernietigen, omdat Kompas een in de arbitrageprocedure ingediend bewijsstuk ter onderbouwing van haar schadeclaim zou hebben vervalst. Op 14 april 2003 heeft het Moscow City Court dit verzoek gehonoreerd en partijen verwezen naar het Arbitrazh (Commercial) Court of the City of Moscow (het Arbitration Court te Moskou).
2.10.
Het Arbitration Court te Moskou heeft op 16 januari 2004 het vonnis van het Moscow City Court weer vernietigd en het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis (alsnog) toegewezen en het verzoek tot vernietiging van het arbitraal vonnis afgewezen.
2.11.
Op 24 maart 2004 heeft het Federal Arbitrazh (Commercial) Court te Moskou het vonnis van het Arbitration Court bekrachtigd.
2.12.
Op 26 oktober 2004 heeft het High Arbitrazh (Commercial) Court of the Russian Federation (het HAC) het verlof tot tenuitvoerlegging (gedeeltelijk) vernietigd op grond van mogelijke strijd met de openbare orde en het verzoek tot tenuitvoerlegging terugverwezen naar het Arbitration Court te Moskou. Het Arbitration Court kreeg de opdracht het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging opnieuw te beoordelen.
2.13.
Kompas heeft haar verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging om haar moverende redenen in december 2004 ingetrokken.
2.14.
In de uitspraak van het Arbitration Court te Moskou van 15 december 2004 is bevestigd dat Kompas het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging heeft ingetrokken.
2.15.
Op 19 mei 2005 heeft het scheidsgerecht schriftelijk bevestigd aan Kompas dat het arbitraal vonnis in kracht van gewijsde was gegaan.
3. Het verzoek
3.1.
Kompas verzoekt de voorzieningenrechter haar bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad verlof te verlenen tot tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis op grond van artikel 1076 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), voor US$ 908.396,97, althans US$ 883.396,97, althans US$ 238.876,77, althans voor een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met US$ 10.065,= en US$ 16.000 en te vermeerderen met rente vanaf 26 maart 2002 tot aan de datum van algehele betaling, te verminderen met het reeds betaalde bedrag van US$ 1.000,=.
3.2.
NRSL voert, kort weergegeven, het volgende verweer:
- (i)
Kompas probeert de Convention on the Recognition and Enforcement of Foreign Arbitral Awards, New York, 10 June 1958 (het Verdrag van New York 1958) te “omzeilen” door tenuitvoerlegging te verzoeken op grond van artikel 1076 Rv;
- (ii)
een geldige overeenkomst tot arbitrage ontbreekt, althans het scheidsgerecht heeft zich niet aan haar opdracht gehouden (artikel 1076 lid 1 (A) onder a en c Rv);
- (iii)
het scheidsgerecht was niet volgens de regels samengesteld (artikel 1076 lid 1 (A) onder b Rv);
- (iv)
tenuitvoerlegging is in strijd met de openbare orde omdat de arbiters valselijk zijn voorgelicht (artikel 1076 lid 1(B) Rv);
- (v)
er is geen arbitraal vonnis meer, omdat het als vernietigd moet worden beschouwd (artikel 1076 lid 1(A) onder e Rv);
- (vi)
het recht om het arbitraal vonnis ten uitvoer te leggen is verjaard.
3.3.
De stellingen en verweren van partijen komen hierna, voor zover van belang, in het kader van de beoordeling aan de orde.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1.
Artikel 1076 lid 1 Rv luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Is geen erkennings- en tenuitvoerleggingsverdrag van toepassing of laat een toepasselijk verdrag toe, zich te beroepen op de wet van het land waar de erkenning of tenuitvoerlegging wordt verzocht, dan kan een in een vreemde Staat gewezen vonnis in Nederland worden erkend en kan daarvan in Nederland de tenuitvoerlegging worden verzocht, tegen overlegging van het origineel of een gewaarmerkt afschrift, van de overeenkomst tot arbitrage en van het arbitraal vonnis (…)”.
4.2.
Zowel Nederland als de Russische Federatie zijn partij bij het Verdrag van New York 1958. Dit verdrag laat toe dat een partij zich beroept op de wet van het land waar tenuitvoerlegging wordt verzocht. Kompas heeft allereerst overgelegd een exemplaar van het arbitraal vonnis voorzien van een originele stempel van het scheidsgerecht en de drie (originele, dus niet gekopieerde) handtekeningen van de arbiters (zo blijkt uit de bijgevoegde beëdigde vertaling van het arbitraal vonnis in het Duits). Op de laatste pagina van de (middels een lint en zegel aan elkaar gehechte) stukken bestaande uit de Russische tekst en de Duitse vertaling, staat de volgende tekst:
“THE RUSSIAN CHAMBER OF COMMERCE AND INDUSTRY certifies hereby that the text to which this seal is affixed is a true and correct translation of the original document.”;
en een stempel van de Chamber of Commerce and Industry of the Russian Federation.
4.3.
Voorts heeft Kompas overgelegd een gewaarmerkte kopie van de overeenkomst (in het Russisch). Ook de pagina’s van deze kopie zijn aan elkaar gehecht middels een lint en een zegel. Op de laatste pagina van het stuk staan stempels (met Russische tekst) en een originele handtekening. Bijgevoegd is een beëdigde vertaling van de overeenkomst in het Nederlands.
4.4.
Met overlegging van deze stukken heeft Kompas aan de vereisten van artikel 1076 lid 1 Rv voldaan. Aan de opmerkingen van NRSL dat de oorspronkelijke overeenkomst waarop de hele zaak is gebaseerd maar gedeeltelijk is overgelegd (omdat de bijlagen ontbreken) en dat noch de overeenkomst, noch het arbitraal vonnis in origineel zijn overgelegd, wordt voorbijgegaan. Overlegging van de bijlagen bij de overeenkomst is niet vereist. Slechts overlegging van de “overeenkomst tot arbitrage” is vereist en aan dit vereiste is voldaan door overlegging van de overeenkomst met daarin (in ieder geval) opgenomen het arbitraal beding. Overlegging van originelen is evenmin vereist en zoals hiervoor is weergegeven heeft Kompas gewaarmerkte afschriften van beide documenten overgelegd. Ten slotte wordt overwogen dat onduidelijk is welk belang NRSL heeft bij de door haar gemaakte opmerkingen nu partijen het erover eens zijn dat een overeenkomst bestaat (waarvan de inhoud – in ieder geval waar het de overeenkomst tot arbitrage, het arbitraal beding, betreft – door NRSL niet wordt betwist) en dat het scheidsgerecht op 26 maart 2002 het arbitraal vonnis heeft gewezen (waarvan de inhoud evenmin wordt betwist).
Artikel 1076 Rv - Verdrag van New York 1958
4.5.
NRSL heeft aangevoerd dat, zo begrijpt de voorzieningenrechter, het Kompas niet vrij staat om haar verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging te doen op grond van artikel 1076 Rv, omdat deze bepaling, anders dan het Verdrag van New York 1958 niet als (mogelijke) grond voor weigering kent de omstandigheid dat de tenuitvoerlegging door de bevoegde autoriteit (zoals gedefinieerd in het Verdrag van New York 1958, in dit geval de Russische overheidsrechter) is geschorst. Een juiste, verdragsconforme, uitleg van artikel 1076 Rv zou volgens NRSL moeten meebrengen dat schorsing van de tenuitvoerlegging door de Russische overheidsrechter ook in de weg zou moeten staan aan de tenuitvoerlegging in Nederland. Dit gaat niet op. Zoals hiervoor al is overwogen staat het Verdrag van New York 1958 toe dat een partij zich beroept op de wet van het land waar tenuitvoerlegging wordt verzocht. Het Verdrag van New York 1958 kent het zogenaamde meestbegunstigingsbeginsel, op grond waarvan het Verdrag niet eraan in de weg staat dat een partij zich voor de erkenning en tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis beroept op een gunstiger regeling dan het Verdrag (artikel VII Verdrag van New York 1958). Voorts geldt dat artikel 1076 Rv niet kent het systeem van een dubbel exequatur. Het feit dat Kompas haar verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging in de Russische Federatie heeft ingetrokken, staat dus evenmin aan (het verzoek om verlof tot) de tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis in Nederland in de weg.
Geldige overeenkomst tot arbitrage ontbreekt/scheidsgerecht heeft zich niet aan opdracht gehouden
4.6.
Vervolgens stelt NRSL dat er op het moment dat de arbitrale procedure werd gestart die is uitgemond in het arbitraal vonnis waarvan thans tenuitvoerlegging wordt verzocht, geen geldige overeenkomst van arbitrage (meer) was. NRSL betwist niet dat het scheidsgerecht bevoegd was om op grond van de overeenkomst kennis te nemen van de eerste twee geschillen die aan het scheidsgerecht zijn voorgelegd en waarin het scheidsgerecht heeft beslist, maar zij betwist dat Kompas nog een derde arbitrage mocht beginnen op grond van dezelfde overeenkomst.
4.7.
Kompas stelt hier tegenover dat NRSL niet eerder het verweer heeft gevoerd dat de overeenkomst van arbitrage niet meer geldig zou zijn vanwege de eerdere arbitrale vonnissen. NRSL heeft via de Russische overheidsrechter de bevoegdheid van het scheidsgerecht weliswaar op andere gronden aangevochten, maar de civiele rechter heeft NRSL in die procedure niet-ontvankelijk verklaard omdat het bevoegdheidsverweer in de arbitrageprocedure had moeten worden gevoerd. Het scheidsgerecht heeft in het arbitrale vonnis aandacht besteed aan het verweer van NRSL dat zij niet bevoegd zou zijn van dit geschil kennis te nemen (zie motivering van het arbitraal vonnis onder 1), aldus Kompas.
4.8.
Het verweer van NRSL gaat niet op. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien waarom het enkele feit dat het scheidsgerecht reeds in twee eerdere geschillen tussen partijen op grond van de overeenkomst heeft beslist, met zich zou brengen dat zij niet bevoegd is kennis te nemen van een derde geschil tussen partijen op grond van diezelfde overeenkomst.
4.9.
Hetzelfde lot treft haar verweer dat het scheidsgerecht zich niet aan de opdracht zou hebben gehouden. Zonder nadere toelichting, die wederom ontbreekt, valt immers niet in te zien dat daarvan sprake zou zijn enkel omdat zij ruim drie jaar na het sluiten van de overeenkomst kennis heeft genomen van een nieuwe vordering gebaseerd op nieuwe documenten, zoals NRSL stelt.
Samenstelling scheidsgerecht niet volgens de regels
4.10.
NRSL stelt dat het scheidsgerecht niet volgens de regels was samengesteld, omdat zij zelf geen arbiters heeft benoemd. De voorzitter van het scheidsgerecht heeft op grond van het toepasselijke arbitrale reglement bij besluit van 3 december 2001 een arbiter en een waarnemend arbiter benoemd.
4.11.
Kompas wijst erop dat uit het arbitraal vonnis niet blijkt dat NRSL zich in de arbitrale procedure erop heeft beroepen dat het scheidsgerecht niet volgens de regels was samengesteld.
4.12.
Ook dit verweer van NRSL wordt verworpen. Allereerst heeft NRSL haar verweer onvoldoende toegelicht. Voorts geldt dat NRSL niet heeft weersproken dat zij dit verweer in de arbitrageprocedure niet heeft opgeworpen. In lijn met het bepaalde in artikel 1076 lid 1(A) onder b jo. 1065 lid 1, aanhef en onder b jo. 1052 lid 2 Rv kan zij dit verweer in dat geval in deze procedure niet alsnog (met succes) voeren.
Strijd met de openbare orde
4.13.
NRSL stelt voorts dat tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis in strijd zou zijn met de openbare orde, omdat Kompas de arbiters valselijk heeft voorgelicht. NRSL voert hiertoe het volgende aan. Kompas heeft in de arbitrale procedure een vervalst document overgelegd. Er is begin van bewijs van vervalsing. De partij genoemd in de overeenkomst van tijdbevrachting (charter) van 31 oktober 1997, waarop het grootste deel van de vordering van Kompas is gebaseerd (hierna: de charterovereenkomst) is pas kort voor de aanvang van de (derde) arbitrale procedure opgericht, te weten op 10 mei 2001. NRSL, althans haar Nederlandse advocaat, heeft de valse charterovereenkomst nooit gezien. De voorzieningenrechter begrijpt dat de gang van zaken in de (derde) arbitrale procedure als volgt is geweest. NRSL verzette zich in deze procedure tegen het feit dat weer een nieuwe arbitrage tegen haar werd aangespannen en zij betwistte de bevoegdheid van de arbiters, maar deze verweren werden door de arbiters verworpen. Omdat NRSL er niet op rekende dat haar verweren zouden worden verworpen, is zij niet ter zitting verschenen en heeft zij geen inhoudelijk verweer gevoerd. Het scheidsgerecht heeft vervolgens gebaseerd op het valse document vonnis gewezen. Het arbitraal vonnis is dus een soort verstekbeslissing. De Russische cassatierechter, het HAC, heeft geoordeeld dat mogelijk sprake is geweest van misbruik van recht door Kompas en dat het in strijd met de Russische openbare orde zou zijn om tenuitvoerlegging toe te staan zonder dat dit nader is onderzocht door een feitenrechter. Kompas is vervolgens het debat over de vervalsing uit de weg gegaan. Daardoor heeft geen enkele Russische rechter op grond van een behoorlijk onderzoek de echtheid (of valsheid) van de documenten waarop het arbitraal vonnis is gebaseerd, kunnen beoordelen. Er loopt een strafrechtelijk onderzoek tegen [A] in verband met de vervalsing van documenten. In het kader van dat strafrechtelijk onderzoek heeft de voorzitter van het scheidsgerecht, [B], een verklaring afgelegd, aldus steeds NRSL.
4.14.
Kompas betwist dat zij in de arbitrale procedure een vervalst document in het geding heeft gebracht. De partij genoemd in de charterovereenkomst, Amador Enterprises Inc. (hierna: Amador), bestond gewoon op het moment dat die overeenkomst werd gesloten en stond (in ieder geval in de jaren vóór 1997) ook ingeschreven in het company register in Delaware (Verenigde Staten van Amerika). Kompas verwijst ter onderbouwing van haar stelling allereerst naar een door haar (als productie 9) overgelegde verklaring van getuige [C] van 23 oktober 2003 (afgelegd in het kader van het strafrechtelijk onderzoek), waarin de getuige verklaart dat hij Kompas en Amador destijds met elkaar in contact heeft gebracht en bevestigt hoe de charterovereenkomst tussen partijen tot stand is gekomen. Daarnaast heeft zij overgelegd (als productie 8) afschriften van de (uitvoerige) correspondentie tussen partijen over (de uitvoering van) de charterovereenkomst. Op de (afschriften van de) brieven van Amador, staat het corporate seal van Amador afgedrukt. NRSL heeft er zelf voor gekozen tot twee keer toe niet te verschijnen in de (derde) arbitrale procedure die (mede) was gebaseerd op de charterovereenkomst met Amador, en daar geen verweer te voeren. Kompas heeft de charterovereenkomst aan de arbiters getoond en zij hebben geen aanleiding gezien te veronderstellen dat het document zou zijn vervalst. Als waar is dat Amador, zoals NRSL stelt, op enig moment niet stond ingeschreven in het company register in Delaware, betekent dit nog niet dat de vennootschap niet bestond en geen zaken kon doen.
De originele charterovereenkomst is in juli 2003 door de Russische Veiligheidsdienst in beslag genomen. Het strafrechtelijk onderzoek is ingesteld naar aanleiding van de aangifte die NRSL tegen [A] heeft gedaan en betreft de charterovereenkomst waarvan NRSL beweert dat die vals is. Het strafrechtelijk onderzoek is jaren geleden gestart, maar [A] is nooit veroordeeld voor enig strafbaar feit, ook niet bij verstek, aldus steeds Kompas.
4.15.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat niet is uitgesloten dat indien vast zou (komen te) staan dat de veroordeling in het arbitraal vonnis is verkregen op grond van een vervalst document, verlof tot tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis zou moeten worden geweigerd wegens strijd met de openbare orde. Het is aan NRSL om te stellen en te bewijzen dat van een vervalsing sprake is. Met hetgeen zij naar voren heeft gebracht, heeft zij – zeker in het licht van het gemotiveerde en met stukken onderbouwde verweer van Kompas – niet, althans onvoldoende aannemelijk gemaakt dat van een vervalsing sprake zou kunnen zijn. Ook dit verweer van NRSL wordt derhalve verworpen.
Het arbitraal vonnis is vernietigd
4.16.
NRSL stelt ten slotte dat er geen bindend arbitraal vonnis (meer) is, omdat de weigering van de Russische overheidsrechter om het arbitraal vonnis ten uitvoer te leggen naar Russisch recht hetzelfde effect heeft als vernietiging van het vonnis. Daarom moet tenuitvoerlegging in Nederland worden geweigerd op grond van het bepaalde in artikel 1076 lid 1(A) onder e Rv. Ter onderbouwing van haar stelling heeft NRSL een legal opinion overgelegd van een Russische rechtsgeleerde, Dr. [D]. Dr. [D] komt in zijn opinie tot de volgende conclusie:
“(…)
According to the Russian procedural law the enforcement of MKAS Award [het arbitraal vonnis, rb] has been suspended by a competent Russian state arbitrazh (commercial) court. Due to Art. 240(3) and (4) of the Arbitrazh (Commercial) Procedural Code of Russian Federation MKAS Award in this situation is devoid of binding status and res judicata effect.
(…)”
4.17.
Kompas bestrijdt dat het arbitraal vonnis niet meer bestaat. Zij wijst erop dat de verzoeken van NSRL tot vernietiging van het arbitraal vonnis tot in de hoogste instantie juist zijn afgewezen. Als weigering van verlof tot tenuitvoerlegging hetzelfde effect zou hebben als vernietiging van het arbitraal vonnis, is onbegrijpelijk dat NRSL een afzonderlijke procedure is gestart om de vernietiging van het arbitraal vonnis te bewerkstelligen. Bovendien heeft het scheidsgerecht – op een moment dat het op de hoogte was van de vernietiging van het verlof tenuitvoerlegging – bevestigd dat het arbitraal vonnis in kracht van gewijsde was gegaan. Deze schorsing van de tenuitvoerlegging door het HAC betekent slechts dat het arbitraal vonnis in de Russische Federatie niet ten uitvoer kan worden gelegd, maar dit staat aan tenuitvoerlegging in Nederland op grond van artikel 1076 Rv niet in de weg. Ten slotte stelt Kompas dat zij niet de middelen heeft om zelf een Russische deskundige (rechtsgeleerde) in te schakelen om de opinie van Dr. [D] te weerleggen.
4.18.
Hier geldt het volgende. Zoals hiervoor reeds is overwogen, leidt de weigering van de tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis in het land waar het vonnis is gewezen (hier de Russische Federatie) niet op grond van artikel 1076 lid 1 Rv tot weigering van erkenning en tenuitvoerlegging in Nederland. Vaststaat dat de Russische overheidsrechter het arbitraal vonnis als zodanig niet heeft vernietigd. Ook Dr. [D] neemt dit in zijn opinie tot uitgangspunt; hij schrijft:
“It is important to note that formally HAC (…) decided only that enforcement of MKAS Award should be suspended until the lower courts examined the issue of Forged Evidence, i.e. suspended MKAS Award.”
Dr. [D] stelt vervolgens dat de weigering het arbitraal vonnis ten uitvoer te leggen, althans de beslissing de tenuitvoerlegging op te schorten, in de praktijk betekent dat het arbitraal vonnis (in de Russische Federatie) zijn rechtskracht verliest. Dat moge zo zijn, maar de Nederlandse rechter zal aan de beslissing van het HAC (alleen) het gevolg kunnen verbinden dat ook in Nederland het arbitraal vonnis niet ten uitvoer kan worden gelegd, indien de grond waarop de tenuitvoerlegging door het HAC is geweigerd, overeenkomt met een van de gronden van artikel 1076 Rv (MvA, Kamerstukken II 1985/86, 18 464, nr. 6, p. 41). Zoals NRSL stelt – en ook uit de uitspraak van het HAC (zoals samengevat in de opinie van Dr. [D]) volgt – heeft het HAC de zaak terugverwezen naar het Arbitration Court te Moskou omdat het arbitraal vonnis in strijd zou zijn met de Russische openbare orde indien het arbitraal vonnis gebaseerd zou zijn op vervalst bewijs (Forged Evidence) en het scheidsgerecht hiervan niet op de hoogte was. Zoals hiervoor onder 4.15 is overwogen, is in de onderhavige procedure onvoldoende aannemelijk geworden dat de arbitrale beslissing berust op vervalst bewijs zodat van strijd met de openbare orde als bedoeld in artikel 1076 lid 1 (B) Rv geen sprake is. De uitspraak van het HAC van 26 oktober 2004 waarbij het verlof tot tenuitvoerlegging (gedeeltelijk) is vernietigd, staat dus niet in de weg aan het verlenen van verlof tot tenuitvoerlegging in Nederland.
Het recht om het arbitraal vonnis ten uitvoer te leggen is verjaard
4.19.
Voor zover NRSL ook tot haar verweer aanvoert dat het arbitraal vonnis in Nederland niet meer ten uitvoer kan worden gelegd, omdat het recht om het arbitraal vonnis in de Russische Federatie ten uitvoer te leggen is verjaard, gaat dit verweer niet op. Immers ook als juist is dat het recht van Kompas om het arbitraal vonnis in de Russische Federatie ten uitvoer te leggen is verjaard, betekent dit nog niet dat dit recht ook naar Nederlands recht is verjaard. Op grond van artikel 3:324 BW verjaart de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een arbitrale uitspraak immers eerst door verloop van 20 jaar.
4.20.
NRSL zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van het geding. Deze worden aan de zijde van Kompas begroot op € 114,00 aan griffierecht en € 2.712,00 aan salaris advocaat (3 punten, tarief II), in totaal € 2.826,00.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
- -
verleent Kompas verlof tot tenuitvoerlegging van het op 26 maart 2002 door de Internationale Commerciële Arbitragerechtbank te Moskou (Russische Federatie) gewezen arbitraal vonnis in Nederland (met dien verstand dat op het ingevolge het arbitraal vonnis door NRSL aan Kompas te betalen bedrag een bedrag van US$ 1.000,00 als reeds betaald in mindering moet worden gebracht),
- -
veroordeelt NRSL in de kosten van het geding, tot deze beschikking aan de zijde van Kompas begroot op € 2.826,00.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.A. Dudok van Heel en in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2012.