Belastingblad 2023/4
Aan een huurder van een niet-sociale huurwoning is een WOZ-beschikking bekendgemaakt. Bezwaar of beroep tegen deze beschikking mag niet niet-ontvankelijk worden verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. Het relativiteitsvereiste (art. 8:69a Awb) staat echter aan vermindering of verhoging van de vastgestelde WOZ-waarde in de weg, omdat deze huurder geen direct financieel gevolg daarvan ondervindt. De rechtsregel van art. 17 Wet WOZ strekt dan niet tot bescherming van het belang van de indiener van het bezwaar en beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden 25-10-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:9076, m.nt. C.M. Bergman
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
25 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. A.J.H. van Suilen, M. Harthoorn, T.H.J. Verhagen
- Zaaknummer
BK-ARN 21/00559
- Noot
C.M. Bergman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS681059:1
- Vakgebied(en)
Waardering onroerende zaken (V)
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARL:2022:9076, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 25‑10‑2022
Essentie
Aan een huurder van een niet-sociale huurwoning is een WOZ-beschikking bekendgemaakt. Bezwaar of beroep tegen deze beschikking mag niet niet-ontvankelijk worden verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. Het relativiteitsvereiste (art. 8:69a Awb) staat echter aan vermindering of verhoging van de vastgestelde WOZ-waarde in de weg, omdat deze huurder geen direct financieel gevolg daarvan ondervindt. De rechtsregel van art. 17 Wet WOZ strekt dan niet tot bescherming van het belang van de indiener van het bezwaar en beroep.
Uitspraak
Uitspraak
op het hoger beroep van
[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)
tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.