Gst. 2017/71
Ongerechtvaardigd onderscheid tussen samenwonende bloedverwanten in de tweede graad met een zorgbehoefte en andere samenwonenden met een zorgbehoefte. (Eindhoven)
CRvB 06-12-2016, ECLI:NL:CRVB:2016:4487, m.nt. I.F. Stolze en J.C. de Wit
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
6 december 2016
- Magistraten
Mrs. R.H.M. Roelofs, H.C.P. Venema en J.H.M. van de Ven
- Zaaknummer
16/3986 PW
- Noot
I.F. Stolze en J.C. de Wit
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS926210:1
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid bijstand / Algemene bijstand
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2016:4487, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 06‑12‑2016
- Wetingang
(Art. 3 lid 2 sub a Participatiewet; art. 26 IVBPR)
Essentie
Ongerechtvaardigd onderscheid tussen samenwonende bloedverwanten in de tweede graad met een zorgbehoefte en andere samenwonenden met een zorgbehoefte. (Eindhoven)
Samenvatting
De Raad ziet in de wetsgeschiedenis van artikel 3, tweede lid, aanhef en onder a, van de WWB en PW geen enkel aanknopingspunt voor een gerechtvaardigd verschil in behandeling van samenwonende bloedverwanten in de tweede graad en andere ongehuwd samenwonenden, indien er bij één van hen sprake is van zorgbehoefte. Veeleer zijn er aanwijzingen voor het tegendeel. Zo moet, onder verwijzing naar 4.4.3 en 4.4.6, worden vastgesteld dat bij de parlementaire behandeling van de bepaling in kwestie door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.