FED 2023/29
Schipper van een schip (werknemer) heeft onveraccijnsde minerale oliën in sloptanks voorhanden en is schuldenaar voor de accijns; zijn doen en nalaten kan niet worden toegerekend aan de werkgever in verband met specifieke eigen verantwoordelijkheid die het zijn van een gezagvoerder van een vervoermiddel met zich meebrengt.
HR 29-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:659, m.nt. mr. I. van den Eijnde
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 april 2022
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Punt, Fierstra, Faase, Van Eijsden
- Zaaknummer
20/01331
- Noot
mr. I. van den Eijnde
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS689426:1
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:659, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑04‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑04‑2022
- Wetingang
Art. 2 lid 1 onderdeel b Wet op de Accijns; art. 51 lid 1 onderdeel b Wet op de Accijns
Essentie
Schipper van een schip (werknemer) heeft onveraccijnsde minerale oliën in sloptanks voorhanden en is schuldenaar voor de accijns; zijn doen en nalaten kan niet worden toegerekend aan de werkgever in verband met specifieke eigen verantwoordelijkheid die het zijn van een gezagvoerder van een vervoermiddel met zich meebrengt.
Samenvatting
Bij een controle aan boord van een schip is een voorraad ongelode lichte olie (motorbenzine) aangetroffen in de sloptanks. Sloptanks dienen voor de tijdelijke opslag van lading die na lossing als restlading (niet verontreinigd restant) of als residu (verontreinigd restant) achterblijft in de ladingtanks. Ten aanzien van deze olie heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.