Einde inhoudsopgave
Regeling gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 23-02-2023
- Bronpublicatie:
13-02-2023, Stcrt. 2023, 5206 (uitgifte: 22-02-2023, regelingnummer: IENW/BSK-2023/39306)
- Inwerkingtreding
23-02-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-02-2023, Stcrt. 2023, 5206 (uitgifte: 22-02-2023, regelingnummer: IENW/BSK-2023/39306)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Het in de handel brengen van elektrische en elektronische apparatuur, met inbegrip van kabels en reserveonderdelen voor het repareren, het hergebruiken, het aanpassen van de functionele aspecten of het verbeteren van de capaciteit ervan, is verboden indien deze in bijlage II van richtlijn nr. 2011/65/EU opgenomen stoffen bevat, waarbij in een homogeen materiaal de in bedoelde bijlage II genoemde maximale concentratiewaarden worden overschreden.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing op:
- a.
vóór 22 juli 2014 in de handel gebrachte medische hulpmiddelen en meet- en regelapparatuur,
- b.
vóór 22 juli 2016 in de handel gebrachte medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek,
- c.
vóór 22 juli 2017 in de handel gebrachte industriële meet- en regelapparatuur, en
- d.
vóór 22 juli 2019 in de handel gebrachte andere elektrische en elektronische apparatuur waarop artikel 2 van het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur zoals dat luidde vóór 2 januari 2013, niet van toepassing was.
3.
Het eerste lid is niet van toepassing op kabels of reserveonderdelen voor reparatie, het hergebruik, het aanpassen van de functionele aspecten of het verbeteren van de capaciteit van:
- a.
vóór 1 juli 2006 in de handel gebrachte elektrische en elektronische apparatuur,
- b.
vóór 22 juli 2014 in de handel gebrachte medische hulpmiddelen,
- c.
vóór 22 juli 2016 in de handel gebrachte medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek,
- d.
vóór 22 juli 2014 in de handel gebrachte meet- en regelapparatuur,
- e.
vóór 22 juli 2017 in de handel gebrachte industriële meet- en regelapparatuur,
- f.
vóór 22 juli 2019 in de handel gebrachte andere elektrische en elektronische apparatuur waarop artikel 2 van het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur zoals dat luidde vóór 2 januari 2013, niet van toepassing was, en
- g.
elektrische en elektronische apparatuur die voordeel gehad heeft van een door de Europese Commissie verleende vrijstelling en die voor het tijdstip waarop de vrijstelling eindigt in de handel is gebracht, voor zover het die specifieke vrijstelling betreft.
4.
Het eerste lid is, mits het hergebruik plaatsvindt in controleerbare, gesloten business-to-business inruilsystemen en de consument in kennis wordt gesteld van het hergebruik van reserveonderdelen, niet van toepassing op hergebruikte reserveonderdelen:
- a.
die worden herwonnen uit elektrische en elektronische apparatuur die vóór 1 juli 2006 in de handel is gebracht en worden gebruikt in elektrische en elektronische apparatuur die vóór 1 juli 2016 in de handel is gebracht,
- b.
die worden herwonnen uit medische hulpmiddelen of meet- en regelapparatuur die vóór 22 juli 2014 in de handel zijn gebracht en worden gebruikt in elektrische en elektronische apparatuur die vóór 22 juli 2024 in de handel is gebracht,
- c.
die worden herwonnen uit medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek die vóór 22 juli 2016 in de handel zijn gebracht en worden gebruikt in elektrische en elektronische apparatuur die vóór 22 juli 2026 in de handel is gebracht,
- d.
die worden herwonnen uit industriële meet- en regelapparatuur die vóór 22 juli 2017 in de handel is gebracht en worden gebruikt in elektrische en elektronische apparatuur die vóór 22 juli 2027 in de handel is gebracht, en
- e.
die worden herwonnen uit alle overige elektrische en elektronische apparatuur waarop artikel 2 van het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur zoals dat luidde vóór 2 januari 2013 niet van toepassing was en die vóór 22 juli 2019 in de handel is gebracht en worden gebruikt in elektrische en elektronische apparatuur die vóór 22 juli 2029 in de handel is gebracht.
5.
Het eerste lid is niet van toepassing op de in de bijlagen III en IV van richtlijn nr. 2011/65/EU genoemde toepassingen.