RvdW 2019/496
Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht. Art. 843a Rv, vordering tot afgifte van bankrekeningafschriften. Maatstaf voor aannemen van rechtsbetrekking; HR 13 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3304 (AIB/Novisem) en HR 9 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2834 (Synthon/Astellas). Rechtsbetrekking uit onrechtmatige daad wegens selectieve betaling? Rechtmatig belang bij afgifte.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 april 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/01391
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:570, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:170, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑02‑2019
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht. Art. 843a Rv, vordering tot afgifte van bankrekeningafschriften. Maatstaf voor aannemen van rechtsbetrekking; HR 13 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3304 (AIB/Novisem) en HR 9 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2834 (Synthon/Astellas). Rechtsbetrekking uit onrechtmatige daad wegens selectieve betaling? Rechtmatig belang bij afgifte.
Partij(en)
12 april 2019
Eerste Kamer
18/01391
TT/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
BRACHIUM B.V., voorheen [Brachium] , gevestigd te Arnhem,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. T.T. van Zanten,
t e g e n
PROVINCIE GELDERLAND, zetelende te Arnhem,
VERWEERSTER ...