Einde inhoudsopgave
Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS
Artikel 9.1 Bekostigde onderwijsinstellingen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2019
- Redactionele toelichting
Deze wijziging is van toepassing met ingang van het verslagjaar 2019.
- Bronpublicatie:
01-04-2019, Stcrt. 2019, 19769 (uitgifte: 11-04-2019, regelingnummer: WJZ-5388618 (10093))
- Inwerkingtreding
01-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-04-2019, Stcrt. 2019, 19769 (uitgifte: 11-04-2019, regelingnummer: WJZ-5388618 (10093))
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Op bekostigde onderwijsinstellingen waarop de Regeling jaarverslaggeving onderwijs onderscheidenlijk de Regeling jaarverslaglegging[lees: jaarverslaggeving] onderwijs BES van toepassing is, zijn de hoofdstukken 7 en 8 niet van toepassing.
2.
De verantwoording van subsidie door bekostigde onderwijsinstellingen waarop de Regeling jaarverslaggeving onderwijs onderscheidenlijk de Regeling jaarverslaglegging[lees: jaarverslaggeving] onderwijs BES van toepassing is, geschiedt in de jaarverslaggeving overeenkomstig de voorschriften, bedoeld in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs onderscheidenlijk de Regeling jaarverslaglegging onderwijs BES.
3.
Bij subsidie aan bekostigde onderwijsinstellingen wordt onderscheid gemaakt tussen:
- a.
subsidie waarbij het eventueel niet aangewende deel van de subsidie, mits de activiteiten volledig zijn uitgevoerd, kan worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt,
- b.
subsidie die uitsluitend mag worden aangewend voor het doel waarvoor de subsidie is verstrekt en waarbij niet bestede middelen worden teruggevorderd, en
- c.
subsidie die ook kan worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.
4.
In afwijking van artikel 1.5 wordt subsidie aan bekostigde onderwijsinstellingen op de volgende wijze verstrekt:
- a.
subsidie als bedoeld in het derde lid, onderdeel a, wordt direct vastgesteld,
- b.
subsidie als bedoeld in het derde lid, onderdeel b, bedraagt € 125.000 of meer en wordt verleend en vastgesteld, en
- c.
subsidie als bedoeld in het derde lid, onderdeel c, wordt direct vastgesteld.
5.
Subsidie aan bekostigde onderwijsinstellingen wordt op de volgende wijze verantwoord:
- a.
subsidie als bedoeld in het derde lid, onderdeel a, wordt in ieder geval verantwoord in model G, onderdeel 1, zoals bedoeld in richtlijn 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving,
- b.
subsidie als bedoeld in het derde lid, onderdeel b, wordt in ieder geval verantwoord in model G, onderdeel 2, zoals bedoeld in richtlijn 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving.