Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen
Artikel 10 Specifieke voorwaarden
Geldend
Geldend vanaf 19-01-2007
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2007, L 12).
- Bronpublicatie:
20-12-2006, PbEU 2006, L 404 (uitgifte: 30-12-2006, regelingnummer: 1924/2006)
- Inwerkingtreding
19-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2006, PbEU 2006, L 404 (uitgifte: 30-12-2006, regelingnummer: 1924/2006)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Informatierecht / Reclame
1.
Gezondheidsclaims zijn verboden, tenzij zij in overeenstemming zijn met de algemene voorschriften van hoofdstuk II en de specifieke voorschriften van dit hoofdstuk, en er overeenkomstig deze verordening een vergunning voor is verleend, en zij zijn opgenomen in de in de artikelen 13 en 14 bedoelde lijsten van toegestane claims.
2.
Gezondheidsclaims zijn alleen toegestaan als op de etikettering of, bij ontbreken daarvan, in de presentatie en de reclame, de volgende informatie wordt aangebracht:
- a)
een bewering waarin wordt gewezen op het belang van een gevarieerde, evenwichtige voeding en een gezonde levensstijl;
- b)
de benodigde hoeveelheid van het levensmiddel en het vereiste consumptiepatroon om het geclaimde heilzame effect te bereiken;
- c)
indien van toepassing, een vermelding voor mensen die het gebruik van het levensmiddel dienen te vermijden; en
- d)
een passende waarschuwing voor producten die bij overmatig gebruik een gezondheidsrisico kunnen inhouden.
3.
Verwijzingen naar algemene, niet-specifieke voordelen van de nutriënt of het levensmiddel voor de algemene gezondheid of voor het welzijn op het gebied van gezondheid zijn alleen toegestaan indien zij gepaard gaan met een specifieke gezondheidsclaim die is opgenomen in de in de artikelen 13 en 14 bedoelde lijsten.
4.
In voorkomend geval worden volgens de procedure van artikel 25, lid 2, richtsnoeren voor de uitvoering van dit artikel vastgesteld, indien nodig in overleg met de belanghebbende partijen, met name exploitanten van levensmiddelenbedrijven en consumentenorganisaties.