NJ 2014/166
EEX-Verordening. Bevoegdheid. Art. 5 punt 3; verbintenissen uit onrechtmatige daad; bepaling plaats waar de schade is ingetreden; vermogensrechten van auteur; terbeschikkingstelling via internet van materiële drager waarop beschermd werk wordt gekopieerd.
HvJ EU 03-10-2013, ECLI:EU:C:2013:635, m.nt. L. Strikwerda (Peter Pinckney/KDG Mediatech)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
3 oktober 2013
- Magistraten
L. Bay Larsen, J. Malenovský, U. Lõhmus, M. Safjan, A. Prechal
- Zaaknummer
C-170/12
- Conclusie
A-G N. Jääskinen
- Noot
L. Strikwerda
- Roepnaam
Peter Pinckney/KDG Mediatech
- JCDI
JCDI:ADS127814:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2013:635, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 03‑10‑2013
- Wetingang
Art. 5 punt 3 Verordening (EG) nr. 44/2001 (EEX-Verordening)
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door de Cour de cassation (Frankrijk) bij beslissing van 5 april 2012
EEX-Verordening. Bevoegdheid. Art. 5 punt 3; verbintenissen uit onrechtmatige daad; bepaling plaats waar de schade is ingetreden; vermogensrechten van auteur; terbeschikkingstelling via internet van materiële drager waarop beschermd werk wordt gekopieerd.
Samenvatting
Art. 5, punt 3, van de EEX-Verordening moet aldus worden uitgelegd dat wanneer een inbreuk wordt aangevoerd op aan het auteursrecht verbonden vermogensrechten die worden gewaarborgd door de lidstaat van de aangezochte rechter, deze bevoegd is kennis te nemen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.