Einde inhoudsopgave
Wet uitvoering EU-handelingen energie-efficiëntie
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 25-10-2020
- Bronpublicatie:
10-06-2020, Stb. 2020, 222 (uitgifte: 02-07-2020, kamerstukken: 35292)
- Inwerkingtreding
25-10-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-10-2020, Stb. 2020, 393 (uitgifte: 23-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
1.
Een beheerder van een koudenet heeft tot taak er zorg voor te dragen dat binnen een redelijke termijn aan een eindafnemer een individuele meetinrichting ter beschikking wordt gesteld die het actuele energieverbruik van koude kan weergeven.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent:
- a.
de eisen waaraan een meetinrichting als bedoeld in het eerste lid ten minste voldoet;
- b.
de tarieven voor de koop of het gebruik van een meetinrichting als bedoeld in het eerste lid.
3.
Een beheerder van een koudenet voorziet in een transparante, eenvoudige en goedkope procedure voor de behandeling van klachten van eindafnemers over de betrouwbaarheid van de meetinrichting.
4.
Indien een meetinrichting wordt geïnstalleerd, is deze op afstand uitleesbaar.
5.
Een beheerder van een koudenet leest meetgegevens van een eindafnemer, die beschikt over een meetinrichting die op afstand uitleesbaar is, niet op afstand uit indien de eindafnemer hierom verzoekt.
6.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de eisen waaraan een op afstand uitleesbare meetinrichting ten minste voldoet, waarbij in ieder geval regels worden gesteld ten aanzien van de beveiliging van meetgegevens.
7.
Een beheerder van een koudenet installeert een meter bij het leveringspunt.
8.
Waar dat technisch haalbaar en kostenefficiënt is installeert een beheerder van een koudenet tevens een individuele meter om het koudeverbruik te meten in iedere eenheid in een appartementengebouw of iedere eenheid in een multifunctioneel gebouw die koude ontvangt uit een koudenet.
9.
De installatie van een individuele meter om het koudeverbruik te meten als bedoeld in het achtste lid is in elk geval technisch haalbaar en kostenefficiënt indien:
- a.
een bestaande meter wordt vervangen;
- b.
een nieuwe aansluiting wordt gemaakt in een nieuw gebouw;
- c.
een gebouw ingrijpend wordt gerenoveerd.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de wijze waarop wordt bepaald in welke andere situaties de installatie van een individuele meter om het koudeverbruik te meten technisch haalbaar of kostenefficiënt is.
10.
In een appartementengebouw of in een multifunctioneel gebouw baseert de beheerder van een koudenet de aan de verbruiker in rekening te brengen kosten op het verbruik in zijn eenheid en indien van toepassing de kosten voor verbruik van gemeenschappelijke ruimten.