AB 2016/1
Hoogste nationale rechter is gehouden zich tot het Hof te wenden wanneer lagere rechterlijke instanties uiteenlopende beslissingen geven over de uitlegging van het EU-recht en die uitleg tevens herhaaldelijk moeilijkheden oplevert in de verschillende lidstaten. Staatsaansprakelijkheid wegens schending van het EU-recht door de hoogste nationale rechter.
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
9 september 2015
- Magistraten
R. Silva de Lapuerta, K. Lenaerts, J.-C. Bonichot, A. Arabadjiev, C. Lycourgos
- Zaaknummer
C-160/14
- Noot
R. Ortlep
- Roepnaam
Ferreira da Silva e Brito e.a.
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS922441:1
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Rechtsbescherming
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2015:565, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 09‑09‑2015
- Wetingang
Art. 4 lid 3 VEU; art. 267 VWEU; Richtlijn 2001/23/EG
Essentie
Hoogste nationale rechter is gehouden zich tot het Hof te wenden wanneer lagere rechterlijke instanties uiteenlopende beslissingen geven over de uitlegging van het EU-recht en die uitleg tevens herhaaldelijk moeilijkheden oplevert in de verschillende lidstaten. Staatsaansprakelijkheid wegens schending van het EU-recht door de hoogste nationale rechter.
Samenvatting
Het klopt dat het uitsluitend aan de nationale rechterlijke instantie staat te beoordelen of de juiste toepassing van het Unierecht zodanig voor de hand ligt dat geen redelijke twijfel mogelijk is en zij er derhalve van kan afzien het Hof een voor haar opgeworpen vraag over de uitlegging van het Unierecht ...