Wet Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 14-06-1992
- Bronpublicatie:
14-05-1992, Stb. 1992, 282 (uitgifte: 12-06-1992, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 22029 Overheid.nl: 22029)
- Inwerkingtreding
14-06-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-1992, Stb. 1992, 282 (uitgifte: 12-06-1992, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 22029Overheid.nl: 22029)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Bijzondere onderwerpen
1.
Onze Minister bepaalt welke vermogensbestanddelen aan de Directie der Staatsloterij worden toegerekend. Deze vermogensbestanddelen gaan op de overgangsdatum onder algemene titel over op de stichting zonder dat daarvoor een nadere akte of betekening wordt gevorderd.
2.
Onze Minister doet van de in het eerste lid bedoelde vermogensbestanddelen door een registeraccountant of een accountant die een vergunning heeft als bedoeld in artikel 70b, eerste lid, onder b, van de Wet op de Registeraccountants (Stb. 1962, 258), een verklaring opstellen, die door de stichting wordt nedergelegd ten kantore van het handelsregister van de plaats waar zij volgens haar statuten haar zetel heeft.