JWB 2000/104
BOPZ, motivering machtiging, geneesheer-directeur
HR 23-06-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6296
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 juni 2000
- Zaaknummer
R00/045HR
- LJN
AA6296
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2000:AA6296, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑06‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA6296, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑06‑2000
- Wetingang
Art. 1 lid 3 Wet Bopz; art. 15 Wet Bopz
Essentie
BOPZ, motivering machtiging, geneesheer-directeur
Samenvatting
Casus
Op 3 januari 2000 dient de Officier van Justitie bij de Rechtbank te ’s-Gravenhage een vordering in tot het verlenen van een machtiging tot voortgezet verblijf van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis. Bij de vordering is onder meer een geneeskundige verklaring overlegd die op 29 december 1999 is ondertekend en gemotiveerd door het waarnemend hoofd medische dienst. De Rechtbank verleent de machtiging tot voortgezet verblijf op 31 januari 2000 voor de duur van een jaar. Betrokkene stelt cassatieberoep in.
Rechtsvraag
In cassatie staan de vragen centraal of de machtiging tot voortgezet verblijf ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.