BNB 2019/6
Vrijstelling grondwaterbelasting voor onttrekkingen ten behoeve van koude- en warmteopslag. Terugwerkende kracht vergunning
HR 12-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1898, m.nt. A.E.H. van der Voort Maarschalk
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. Koopman, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten, Faase1.
- Zaaknummer
17/00175
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
A.E.H. van der Voort Maarschalk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS930055:1
- Vakgebied(en)
Milieubelastingen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1898, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1349, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 30‑11‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑11‑2017
- Wetingang
Art. 8 onderdeel g (tekst tot 1 januari 2008) en art. 10 lid 1 onderdeel g (tekst vanaf 1 januari 2008) Wbm
Essentie
Vrijstelling grondwaterbelasting voor onttrekkingen ten behoeve van koude- en warmteopslag. Terugwerkende kracht vergunning
Samenvatting
Belanghebbende is houder van een koude- en warmteopslaginstallatie ten behoeve van de klimaatbeheersing van een kantoorpand. Voor de werking van de installatie wordt grondwater aan de bodem onttrokken en ook weer teruggevoerd. Voor onttrekkingen van grondwater ten behoeve van koude- en warmteopslag geldt een vrijstelling van grondwaterbelasting, mits daarvoor vergunning is verleend door Gedeputeerde Staten. In 2000 hebben Gedeputeerde Staten aan belanghebbende vergunning verleend om door middel van de installatie grondwater aan de bodem te onttrekken en weer terug te voeren tot maximaal 36.000 m³ per ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.