GiEA Curaçao, 01-12-2021, nr. CUR202103601
ECLI:NL:OGEAC:2021:218
- Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Datum
01-12-2021
- Zaaknummer
CUR202103601
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:OGEAC:2021:218, Uitspraak, Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 01‑12‑2021; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Hoger beroep: ECLI:NL:OGHACMB:2022:105
Uitspraak 01‑12‑2021
Inhoudsindicatie
rectificatie en verwijdering bericht op website
Partij(en)
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Afdeling Civiel
Zaaknummer: CUR202103601
Datum uitspraak 1 december 2021
Vonnis in kort geding
in de zaak van
1. [EISERES SUB 1],
2. de naamloze vennootschap CYBERLUCK N.V.,
3. [EISERES SUB 3],
4. de naamloze vennootschap PEARL TRUST & MANAGEMENT CORPORATION N.V.,
allen woonplaats gekozen hebbende in Curaçao,
eisers,
gemachtigde: mr. A.C. Small,
tegen
[GEDAAGDE] h.o.d.n. Knipselkrant Curaçao
wonende in Nederland,
gedaagde,
verschenen in persoon.
Eisers zullen hierna eisers en afzonderlijk [eiseres sub 1], Cyberluck, [eiseres sub 3] en Pearl Trust worden genoemd. Gedaagde zal [gedaagde] worden genoemd en Knipselkrant Curaçao zal KKC worden genoemd.
1. Het procesverloop
1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift met 7 producties, dat is ingediend op 9 november 2021, met het verzoek tot verkorting van de oproepingstermijn ex artikel 56 van het procesreglement;
- de door mr. Small namens eisers toegezonden producties 8 tot en met 12;
- de e-mail van 9 november 2021 van [gedaagde] betreffende de bevoegdheid van het gerecht;
- de bij e-mail van 18 november 2021 door [gedaagde] toegezonden stukken, ten aanzien waarvan zij uitdrukkelijk geen toestemming geeft deze met eisers te delen;
- de pleitnota die [gedaagde] per e-mail van 18 november 2021 heeft toegestuurd;
- de mondelinge behandeling op 18 november 2021, alwaar [eiseres sub 1] in persoon en namens Cyberluck alsmede [eiseres sub 3] in persoon en namens Pearl Trust, bijgestaan door hun gemachtigde voornoemd, zijn verschenen en waar de behandeling van de zaak is aangehouden;
- de producties A t/m Z en vier audio-opnames, die [gedaagde] op 25 november 2021 per e-mail via We Transfer heeft toegestuurd;
- de e-mail van 26 november 2021 met als bijlage een gezondheidsverklaring die [gedaagde] vertrouwelijk per e-mail op 26 november 2021 heeft toegestuurd;
- de aanvullende pleitnota, door [gedaagde] per e-mail op 26 november 2021 toegestuurd;
- de voorgezette mondelinge behandeling op 26 november 2021, alwaar [eiseres sub 1] in persoon en namens Cyberluck alsmede [eiseres sub 3] in persoon en namens Pearl Trust, bijgestaan door hun gemachtigde voornoemd, zijn verschenen. Die gemachtigde heeft het woord gevoerd aan de hand van zijn pleitnota;
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.
2. De feiten
2.1
Bij Landsbesluit van 1 oktober 1996 is aan Cyberluck “gelet op artikel 2 van de Landsverordening buitengaatse hazardspelen (…) vergunning verleend voor het exploiteren van hazardspelen op de internationale markt door middel van servicelijndiensten (…).”
Cyberluck besteedt de exploitatie van haar vergunning deels aan anderen uit.
In de wandelgangen is Cyberluck een “master licence holder” gaan heten en dat deels uitbesteden van de exploitatie van de vergunning aan derden “sublicentiëren”.
2.2
Pearl Trust verleent beheersdiensten als bedoeld in artikel 1 van de Landsverordening toezicht trustwezen. [eiseres sub 3] is directeur van Pearl Trust.
2.3 [
gedaagde] is hoofdredactrice van KKC. KKC publiceert nieuwsberichten van andere media, voor zover deze naar de mening van [gedaagde] relevant zijn voor of te maken hebben met het Caraïbische deel van het Koninkrijk.
2.4 [
gedaagde] heeft op 8 november 2021 publicaties met betrekking tot eisers op de website van KKC geplaatst. Deze droegen respectievelijk de titels: “Curaçaose goksite witwasmachine drugsbende van “Dikke Piet” (hierna: publicatie 1), “[naam 1] en [naam 2] gehoord in megadrugszaak [naam].: goksite lijkt link” (hierna: publicatie 2) en “[naam 1] en [naam 2] getuigen in drugszaak over online casino Edobet” (hierna: publicatie 3). De publicaties 1, 2 en 3 zullen samen worden genoemd: de publicaties.
In de publicaties is steeds de volgende tekst opgenomen:
“Van de voormalige Curacaose Edobet (FA entertainment NV), bestuurd door het Curacaose trustkantoor Pearl Trust en illegaal gesublicentieerd door licentie 1668/AZ Curacao Egaming (Cyberluck) vermoedt de Nederlandse justitie dat de site werd gebruikt als witwasvehikel voor een drugsorganisatie (KKC naschrift)”.
2.5
In publicatie 1 heeft [gedaagde] foto’s van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 3] geplaatst.
3. Het geschil
3.1.
Eisers vorderen om bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
(1) [gedaagde] te bevelen onmiddellijk en in elk geval binnen 24 uur na dit vonnis, alle foto’s van het portret van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 3] uit Publicatie 1 te verwijderen, op straffe van een dwangsom van NAf 100.000,- althans een in goede justitie vast te stellen bedrag, voor iedere dag of gedeelte van een dag dat niet of niet volledig aan dit bevel wordt voldaan;
(2) [gedaagde] te bevelen om onmiddellijk en in elk geval binnen 24 uur na dit vonnis de navolgende gewraakte zinsnede uit alle publicaties te verwijderen:
“Van de voormalige Curacaose Edobet (FA entertainment NV), bestuurd door het Curacaose trustkantoor Pearl Trust en illegaal gesublicentieerd door licentie 1668/AZ Curacao Egaming (Cyberluck) vermoedt de Nederlandse justitie dat de site werd gebruikt als witwasvehikel voor een drugsorganisatie (KKC naschrift)”
en de navolgende rectificaties te plaatsen, naar inhoud en vorm op de volgende wijze:
(i) In alle Publicaties, thans geplaatst onder de volgende URL’s:
https://knipselkrant-curacao.com/telegraaf-[naam 1]-en -[naam 2]-gehoord-in-megedrugszaak-piet-s-goksite-lijkt-link/
https://knipselkrant-curacao.com/media/algemeen-nieuws/casinonieuws-[naam 1]-en-[naam 2]-getuigen-in-drugszaak-over-online-casino-edobet/
en direct onder de titel de volgende tekst te plaatsen:
“RECTIFICATIE NA GERECHTELIJK BEVEL”
In de oorspronkelijke versie van deze publicatie, heb ik, [gedaagde], onderzoeksjournalist, ten onrechte gesteld dat het bedrijf Cyberluck (ook bekend als Curaçao eGaming) onder leiding van haar directeur, mevrouw [eiseres sub 1], illegaal handelt door het uitgeven van zogenoemde sublicenties voor het aanbieden van kansspelen en dat het trustkantoor Pearl Trust en haar directeur [eiseres sub 3] een illegale sublicentie zou uitbaten. Die stelling is niet gebaseerd op de feiten en daarmee onjuist en misleidend, nu de praktijk van sublicentiëren uitdrukkelijk niet verboden is. Ik beveel aan dat andere media die dit bericht hebben overgenomen, deze rectificatie in hun berichtgeving (het gerecht leest:) overnemen.”
en die rectificaties zodanig, dat zij te allen tijde bij opening van de voormelde Publicaties zichtbaar zijn en blijven, zonder verder bijschrift, met hetzelfde lettertype en dezelfde lettergrootte, als gehanteerd in de Publicatie 1, 2 en 3, voorzien van een zwart kader, waarbij, in het geval een of alle drie Publicaties in het geheel worden verwijderd, de rectificaties desalniettemin beschikbaar dienen te blijven op de URL’s waar respectievelijk de Publicaties 1, 2 en 3 oorspronkelijk werden aangeboden, een en ander op straffe van een dwangsom van NAf 100.000,- althans een in goede justitie vast te stellen bedrag, voor iedere dag of gedeelte van een dag dat niet of niet volledig aan dit bevel wordt voldaan;
(3) [gedaagde] te bevelen zich te onthouden van het openbaar maken van (a) mededeling(en) met de strekking dat Cyberluck illegale sublicenties aan kansspelaanbieders aanbiedt en of verleent dan wel Pearl Trust die uitbaat en (b) plaatsing van enige foto van de persoon van [eiseres sub 1] en/of [eiseres sub 3] in voornoemde context, op straffe van een dwangsom van NAf 100.000,- althans een in goede justitie vast te stellen bedrag, voor iedere dag of gedeelte van een dag dat niet of niet volledig aan dit bevel wordt voldaan;
(4) [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente indien deze kosten niet binnen 14 dagen na dit vonnis zijn voldaan.
3.2.
Eisers leggen - kort gezegd - aan hun vorderingen het volgende ten grondslag. [gedaagde] stelt ten onrechte dat Cyberluck en [eiseres sub 1] als haar directeur illegale sublicenties uitgeven en dat Pearl Trust directie voert over een vennootschap onder een illegale sublicentie. Daarnaast wordt de onjuiste suggestie gewekt dat het casino Edobet van FA entertainment N.V., bestuurd door Pearl Trust met [eiseres sub 3] als directie, onder een illegale sublicentie van Cyberluck werkt. De publicaties bevatten vergaande verdachtmakingen aan het adres van eisers die onjuist, ongegrond en onrechtmatig zijn, zulks in combinatie met de geplaatste foto’s. [gedaagde] publiceert die ernstige aantijgingen jegens eisers terwijl zij weet dat deze onjuist zijn en weigert, na hierop te zijn gewezen, deze aantijgingen te verwijderen en te rectificeren, nadat zij een half jaar geleden reeds voor een soortgelijk vergrijp is veroordeeld. De publicaties vormen zowel afzonderlijk als in combinatie met de foto’s van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 3] een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer die op grond van artikel 6 EVRM het recht heeft op een bescherming tegen een dergelijke aantasting van haar eer en goede naam. Deze inbreuk is ook onrechtmatig jegens [eiseres sub 1] en [eiseres sub 3]. Ten slotte maakt [gedaagde] inbreuk op de portretrechten van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 3] door hun portretten zonder toestemming te gebruiken in de publicaties. Daardoor hebben zij schade geleden en zullen zij nog schade lijden, die slechts kan worden beperkt door verwijdering en rectificatie als verzocht.
3.3. [
gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd en geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van eisers in hun vorderingen dan wel afwijzing van hun vorderingen, met veroordeling van eisers in de kosten van de procedure.
3.4
Daartoe voert [gedaagde] – kort gezegd – het volgende aan. [gedaagde] is woonachtig in Hardegarijp, Nederland, en eisers en het gerecht zijn daarmee bekend. Daarom is op grond van de EEX-Verordening de rechtbank Noord-Nederland bevoegd en heeft het gerecht in eerste aanleg geen bevoegdheid in deze zaak. Diverse bij het gerecht ingediende klachten zijn nog niet behandeld en het gerecht en de advocaat van eisers zijn bekend met de medische problemen van [gedaagde], die niet op stel en sprong naar Curaçao kan reizen of een advocaat kan vinden. Bovendien is de videoverbinding met de rechtszaal in Curaçao van een zo slechte kwaliteit dat niet meer kan worden gesproken van een openbare, eerlijke en gelijkwaardige behandeling. Het komt [gedaagde] dan ook voor dat dit alles een opschortende werking moet hebben voor de inhoudelijke behandeling van de zaak.
Soms wordt een zaak aangespannen met het oogmerk om een partij te intimideren en het zwijgen op te leggen (een zogeheten Strategic Lawsuit Against Public Participation), en dat is, naar het gerecht begrijpt, ook het oogmerk van eisers in deze procedure tegen [gedaagde]. De vrijheid van meningsuiting is beschermd door artikel 10 EVRM. Het behoort tot de taak van onafhankelijke media en bloggers om misstanden in de samenleving aan te kaarten, aldus nog steeds [gedaagde].
Er zijn ongeveer 150.000 Curaçaose goksites die overal ter wereld op blacklisten van overheden voorkomen. Het Koninkrijk der Nederlanden, inclusief de overzeese eilanden, wordt internationaal beschouwd als een narcostaat, belastingparadijs en online gokwalhalla.
Eisers proberen [gedaagde] het leven onmogelijk te maken en misbruiken daartoe het kort geding-systeem, waarbij zij onjuiste argumenten gebruiken. [gedaagde] daarentegen baseert zich op de wet, het beleid en eisers landsbesluit en validatie certificaten. Het illegale handelen van eisers bestaat met name uit het afgeven van een “sub vergunning” en het doen voorkomen alsof de betrokken exploitanten hierdoor een zelfstandige door de Gouverneur afgegeven en door de overheid gereguleerde vergunning hebben. Dienstverleners en aanbieders van kansspelen als Cyberluck en trustkantoren als Pearl Luck zouden als “poortwachters” een rol moeten spelen om het financiële systeem tegen witwassen en het financieren van terrorisme te beschermen maar in plaats daarvan faciliteren zij dat juist. Bovendien wordt door het verstrekken van sublicenties de screening van exploitanten omzeild en wordt de valse schijn gewekt dat de houders van sublicenties onder controle staan. Laatstgenoemden kunnen daardoor ook zelfstandig bankrekeningen openen en gebruik maken van payment processors, belastingrulings en overheidstelecominfrastructuur. [gedaagde] kan dan ook met recht over “illegaliteit” spreken. Dat sprake is van illegaliteit is ook al bewezen door een uitzending van de BBC op 7 augustus 2019 en is daarna opnieuw aangetoond in juridische procedures.
In haar blog van 13 oktober 2021 heeft [gedaagde] beargumenteerd dat noch de wet noch het beleid noch de vergunning de mogelijkheid biedt tot het verstrekken van sub vergunningen en dat dat laatste laakbaar en strafbaar is. Voor haar standpunt vindt [gedaagde] steun in een recent boek van Herman Tjeenk Willink. De Stichting Belangenbehartiging Gedupeerden Online Kansspelen en KKC zijn beide onafhankelijk en dienen, anders dan eisers aanvoeren, strikt van elkaar te worden gescheiden.
3.5
Op de stellingen van partijen, voor zover van belang, zal hierna worden ingegaan.
4. De beoordeling
processtukken
4.1
Zoals onder het procesverloop staat vermeld, heeft [gedaagde] op voorhand stukken aan het gerecht toegezonden en daarbij vermeld dat zij geen toestemming geeft deze met eisers te delen respectievelijk dat dat stuk vertrouwelijk is. Het gerecht heeft geen kennis genomen van deze stukken en zal dat ook niet doen. Kennisneming van die stukken zou namelijk in strijd zijn met het beginsel van hoor en wederhoor en met de eisen van een goede procesorde, omdat het gerecht in dat geval zijn oordeel mede zou baseren op stukken waarmee eisers niet bekend zijn en waarover zij zich niet hebben kunnen uitlaten.
ontvankelijkheid en bevoegdheid
4.2 [
gedaagde] voert aan dat in de oproeping van haar voor deze procedure ten onrechte staat dat zij zonder bekende woon- of verblijfplaats in Curaçao is, omdat zij woont op het door haar genoemde adres in Nederland, en dat dat aan het gerecht en eisers bekend is.
4.3
Aan een eventueel gebrek in de oproeping van [gedaagde] zal het gerecht geen gevolgen verbinden omdat [gedaagde] met datum en tijdstip van de mondelinge behandeling bekend was en daarom door dat eventuele gebrek niet in haar belangen is geschaad.
4.4
Ten overvloede wordt met betrekking tot de gestelde bekendheid van het gerecht met het woonadres van [gedaagde] nog het volgende overwogen. Het gerecht gaat bij de ontvangst van een nieuwe zaak niet na of de gegevens van een partij zich reeds in haar administratie bevinden en of de in de processtukken vermelde gegevens van een partij juist zijn en daartoe is hij ook niet gehouden. Overigens is [gedaagde] opgeroepen in opdracht van eisers en niet in opdracht van het gerecht.
4.5
Het verweer van [gedaagde] dat het gerecht niet bevoegd is omdat voor een procedure tegen een Europese partij de EEX-Verordening (EUVO 1215/2012) bepaalt welke rechtbank bevoegd is en dat dat in onderhavige zaak de rechtbank Noord-Nederland is, wordt verworpen. De EEX-Verordening is namelijk niet van toepassing in Curaçao en de bevoegdheid van het gerecht wordt dus ook niet op basis daarvan bepaald. Het gerecht is bevoegd van de vordering kennis te nemen en ontleent die bevoegdheid aan artikel 98 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) nu eisers onrechtmatig handelen door [gedaagde] aan hun vorderingen ten grondslag hebben gelegd en de schadebrengende feiten (de publicaties in KKC) zich in Curaçao hebben voorgedaan.
4.6
De klachten die zij kennelijk heeft ingediend, en haar gezondheidstoestand, waaraan [gedaagde] in het kader van haar verweer refereert, heeft zij – anders dan wellicht in de in r.ov. 4.1 bedoelde stukken – niet toegelicht en zijn aan de rechter die onderhavige zaak behandelt, niet bekend en vormen zonder een dergelijke toelichting, die dus ontbreekt, geen grond voor opschorting van de onderhavige procedure. Voor zover in het verweer op dit punt een verzoek tot opschorting zou moeten worden gelezen, wordt dat dan ook niet gehonoreerd.
opschorting
4.7
Het is het gerecht niet bekend welke eerdere – naar [gedaagde] stelt: slechte – ervaringen [gedaagde] heeft gehad met betrekking tot videoverbindingen. Deze ervaringen vormen geen grond de mondelinge behandeling in onderhavige zaak geen doorgang te laten vinden, noch daargelaten dat [gedaagde] bij de mondelinge behandeling niet is verschenen, ook niet per video-verbinding, zodat het belang van dit verweer het gerecht ontgaat.
spoedeisendheid
4.8
Uit de aard van de vordering vloeit de spoedeisendheid daarvan voort.
de vorderingen tot rectificatie en verwijdering
4.9
In dit kort geding moet worden beantwoord de vraag of [gedaagde] jegens eisers onrechtmatig heeft gehandeld door de publicaties en in het bijzonder de daarin opgenomen in r.ov. 2.4 geciteerde tekst en de plaatsing van de foto’s van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 3] KKC en zo ja of dit moet leiden tot de verwijdering en rectificatie als gevorderd.
4.10
In haar pleitnota en aanvullende pleitnota heeft [gedaagde] uitgebreid uitgeweid over de gang van zaken in de online kansspel- en gamingbranche, misstanden, gebrekkige toezicht e.d. Het gerecht zal deze stellingen slechts in zijn beoordeling betrekken voor zover die voor die beoordeling rechtens relevant zijn.
4.11
In geval onderhavige procedure zou moeten worden gekwalificeerd als een door [gedaagde] zogenoemde Strategic Lawsuit Against Public Participation, zou de conclusie kunnen zijn dat eisers bij hun vordering geen rechtens te beschermen belang hebben. Dat daarvan sprake is, heeft [gedaagde] onvoldoende onderbouwd. Alleen al de aard van de vordering van eisers moet tot de conclusie leiden dat zij wel degelijk een voldoende en rechtens te beschermen belang hebben bij hun vordering en niet en zeker niet uitsluitend het oogmerk hebben om [gedaagde] te intimideren en het zwijgen op te leggen.
4.12
Met betrekking tot het juridisch kader wordt het volgende overwogen. Artikel 10 lid 1 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) waarborgt het recht van vrijheid van meningsuiting. Verwijdering van een publicatie en van foto’s als door eisers gevorderd, vormt een beperking van dat recht. Volgens artikel 10 lid 2 EVRM kan dat recht worden onderworpen aan beperkingen als in dat artikellid bedoeld, bijvoorbeeld door een beperking die bij de wet is voorzien, ter bescherming van de goede naam of de rechten van anderen. Van een dergelijke beperking is sprake indien een publicatie onrechtmatig is in de zin van artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek (BW), waardoor de eer en goede naam van eisers wordt aangetast.
4.13
De aantijging van [gedaagde] aan het adres van eisers komt er – kort gezegd – op neer dat Edobet, bestuurd door Pearl Trust, werkt onder een sublicentie die is verstrekt door Cyberluck en dat dat illegaal is. Dit vormt een zware beschuldiging aan het adres van Cyberluck en Pearl Trust en daarmee aan het adres van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 3] als hun respectieve directeuren, met name door het gewicht van het woord “illegaal”. Deze beschuldiging vormt daarmee een ernstige inbreuk op de goede naam van eisers, maar zou ook – indien die beschuldiging juist zou zijn – een mogelijk ernstige misstand signaleren.
4.14
Aan Cyberluck is een vergunning (de licentie) verleend op de voet van de Landsverordening buitengaatse hazardspelen (hierna: de Landsverordening). Volgens artikel 3 lid 1 van de Landsverordening is een dergelijke vergunning niet voor overdracht vatbaar.
4.15
Eisers stellen dat Cyberluck de exploitatie van haar licentie gedeeltelijk aan derden overlaat en dat dat in het spraakgebruik het verstrekken van sublicenties heet maar dat zij geen (sub)licenties in de zin van vergunningen verstrekt. Cyberluck handelt dan ook niet in strijd met de wet of haar vergunning, aldus eisers.
4.16
Dat dat anders is en dat Cyberluck wel (sub)licenties in de zin van (sub)vergunningen verstrekt, heeft [gedaagde] tegenover deze stelling van eisers niet aannemelijk gemaakt en is het gerecht ook niet gebleken. De Landsverordening bevat geen bepaling die het de vergunninghouder verbiedt de exploitatie van haar vergunning deels aan derden uit te besteden. Gezien deze afwezigheid van een wettelijk verbod kan als irrelevant in het midden blijven of de overheid dat al dan niet onwenselijk vindt.
4.17
Ten overvloede wijst het gerecht er nog op dat het eerder (ook) volgens [gedaagde] op grond van de wet niet ongeoorloofd is dat Cyberluck op basis van haar vergunning sublicenties aan andere exploitanten van kansspelen verstrekt, zoals kan worden afgeleid uit het vonnis in kort geding van dit gerecht van 6 april 2021 (CUR202100501) in een procedure met [eiseres sub 1] en Cyberluck als eisende partijen en [gedaagde] als gedaagde partij. In r.ov. 4.8 daarvan wordt immers het volgende overwogen:
“(…) Voorts staat tussen partijen vast dat het conform de wet niet ongeoorloofd is om op basis van die vergunning sublicenties aan andere exploitanten van kansspelen te verstrekken. (…)”
4.18
Aldus is niet komen vast te staan dat Cyberluck illegaal handelt als door [gedaagde] in de publicaties omschreven. Daarmee vindt de beschuldiging van [gedaagde] jegens eisers onvoldoende steun in de feiten. De conclusie daaruit moet zijn dat die beschuldiging feitelijk onjuist is. Zoals reeds is overwogen in r.ov. 4.13, vormt dit een ernstige beschuldiging en als zodanig een grove inbreuk op de eer en goede naam van eisers. Daarmee handelt [gedaagde] onrechtmatig jegens eisers in de zin van artikel 6:162 BW.
4.14 [
gedaagde] betoogt uitgebreid dat sprake is van misstanden in de online gokbranche en van falend toezicht. Ook als dat juist is, kan dat geen rechtvaardiging vormen voor de feitelijk onjuiste publicaties als door [gedaagde] gedaan.
4.15
Gezien hetgeen hiervoor is overwogen, moet het recht op de vrijheid van meningsuiting van [gedaagde] wijken voor het recht van eisers om niet door feitelijk onjuiste beschuldigingen in de media te worden aangetast in hun eer en goede naam. Daarom is de vordering tot rectificatie toewijsbaar. Het belang van [gedaagde] als onderzoeksjournalist om zich in het openbaar kritisch, informerend, opiniërend en/of waarschuwend te kunnen uitlaten ter signalering van misstanden die de samenleving raken, kan niet tot een andere beslissing leiden. Dat belang vormt immers geen vrijbrief om ernstige beschuldigingen aan het adres van derden te uiten, indien die een voldoende feitelijk fundament ontberen.
4.16
Dat [gedaagde] zonder toestemming de foto’s van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 3] heeft geplaatst op KKC en dat dat onrechtmatig is, heeft zij op zichzelf niet betwist. Evenmin heeft zij aangevoerd dat enig belang, en zo ja welk belang, met het plaatsen van die foto’s is gediend.
4.17
Op grond van het bovenstaand is de gevorderde rectificatie en de verwijdering van de foto’s toewijsbaar.
dwangsom en proceskosten
4.18
Naar het oordeel van het gerecht vormen de volgens in het dictum opgenomen dwangsommen een voldoende prikkel om [gedaagde] de hoofdveroordelingen – de respectieve bevelen – te doen nakomen. Ingevolge artikel 611a lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt de dwangsom niet verbeurd vóór de betekening van de uitspraak waarbij zij is vastgesteld. Daarom zullen de gevorderde dwangsommen worden toegewezen als hierna omschreven.
4.19 [
gedaagde] zal worden veroordeeld in de kosten van dit kort geding, gevallen aan de zijde van Cyberluck c.s. en tot aan dit vonnis begroot op NAf 450,- wegens griffierecht, NAf 600,67 wegens verschotten en NAf 2.500,- wegens salaris gemachtigde
5. De beslissing
Het gerecht, rechtdoende in kort geding:
5.1
beveelt [gedaagde] met ingang van de dag volgend op de datum van dit vonnis alle foto’s van het portret van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 3] uit Publicatie 1 te verwijderen, op straffe van een dwangsom van NAf 100.000,- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat na betekening van dit vonnis niet of niet volledig aan dit bevel wordt voldaan;
5.2
beveelt [gedaagde] met ingang van de dag volgend op de datum van dit vonnis de navolgende gewraakte zinsnede uit alle publicaties te verwijderen:
“Van de voormalige Curacaose Edobet (FA entertainment NV), bestuurd door het Curacaose trustkantoor Pearl Trust en illegaal gesublicentieerd door licentie 1668/AZ Curacao Egaming (Cyberluck) vermoedt de Nederlandse justitie dat de site werd gebruikt als witwasvehikel voor een drugsorganisatie (KKC naschrift)”
en de navolgende rectificaties te plaatsen, naar inhoud en vorm op de volgende wijze:
(ii) In alle Publicaties, thans geplaatst onder de volgende URL’s:
https://knipselkrant-curacao.com/telegraaf-[naam 1]- en -[naam 2]-gehoord-in-megedrugszaak-piet-s-goksite-lijkt-link/
https://knipselkrant-curacao.com/media/algemeen-nieuws/casinonieuws-[naam 1]-en-[naam 2]-getuigen-in-drugszaak-over-online-casino-edobet/
en direct onder de titel de volgende tekst te plaatsen:
“RECTIFICATIE NA GERECHTELIJK BEVEL”
In de oorspronkelijke versie van deze publicatie, heb ik, [gedaagde], onderzoeksjournalist, ten onrechte gesteld dat het bedrijf Cyberluck (ook bekend als Curaçao eGaming) onder leiding van haar directeur, mevrouw [eiseres sub 1], illegaal handelt door het uitgeven van zogenoemde sublicenties voor het aanbieden van kansspelen en dat het trustkantoor Pearl Trust en haar directeur [eiseres sub 3] een illegale sublicentie zou uitbaten. Die stelling is niet gebaseerd op de feiten en daarmee onjuist en misleidend, nu de praktijk van sublicentiëren uitdrukkelijk niet verboden is. Ik beveel aan dat andere media die dit bericht hebben overgenomen, deze rectificatie in hun berichtgeving (het gerecht leest:) overnemen.”
en die rectificaties zodanig, dat zij te allen tijde bij opening van de voormelde publicaties zichtbaar zijn en blijven, zonder verder bijschrift, met hetzelfde lettertype en dezelfde lettergrootte, als gehanteerd in de publicatie 1, 2 en 3, voorzien van een zwart kader, waarbij, in het geval een of alle drie publicaties in het geheel worden verwijderd, de rectificaties desalniettemin beschikbaar dienen te blijven op de URL’s waar respectievelijk de publicaties 1, 2 en 3 oorspronkelijk werden aangeboden, een en ander op straffe van een dwangsom van NAf 40.000,- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat na betekening van dit vonnis niet of niet volledig aan dit bevel wordt voldaan, met een maximum van NAf 200.000,-;
5.3
beveelt [gedaagde] zich te onthouden van het openbaar maken van (a) mededeling(en) met de strekking dat Cyberluck illegale sublicenties aan kansspelaanbieders aanbiedt en/of verleent dan wel Pearl Trust die uitbaat en (b) plaatsing van enige foto van de persoon van [eiseres sub 1] en/of [eiseres sub 3] in voornoemde context, op straffe van een dwangsom van NAf 40.000,- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat na betekening van dit vonnis niet of niet volledig aan dit bevel wordt voldaan, met een maximum van NAf 200.000,-;
5.4
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, gevallen aan de zijde van Cyberluck c.s. en tot aan dit vonnis begroot op NAf 3.550,67, vermeerderd met de wettelijke rente daarover, indien deze kosten niet binnen 14 dagen na dit vonnis zijn voldaan, vanaf 14 dagen na dit vonnis tot de dag der voldoening;
5.5
veroordeelt [gedaagde] in de nakosten van NAf 250,- zonder betekening, verhoogd met NAf 150,- in geval van betekening, vermeerderd met de wettelijke rente daarover, indien deze kosten niet binnen 14 dagen na dit vonnis zijn voldaan, vanaf 14 dagen na dit vonnis tot de dag der voldoening;
5.6
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.7
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Nijhuis, rechter, en op 1 december 2021 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.