Einde inhoudsopgave
Liquidatiewet ongevallenwetten
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1967
- Bronpublicatie:
02-02-1967, Stb. 1967, 99 (uitgifte: 28-02-1967, kamerstukken: 8636 )
- Inwerkingtreding
01-07-1967
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-04-1967, Stb. 1967, 213 (uitgifte: 01-01-1967, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Bijzondere onderwerpen
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
Voor de toepassing van deze wet en van de tot haar uitvoering genomen besluiten wordt verstaan onder:
- a.
Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid;
- b.
Ongevallenwet 1921, Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922 en Zeeongevallenwet 1919: de Ongevallenwet 1921, de Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922, onderscheidenlijk de Zeeongevallenwet 1919, zoals deze wetten luidden op de dag, voorafgaande aan die, waarop zij werden ingetrokken;
- c.
ongeval: een ongeval, in verband met de dienstbetrekking of de uitoefening van een verzekeringsplichtig bedrijf overkomen, als bedoeld in de Ongevallenwet 1921, de Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922 of de Zeeongevallenwet 1919, alsmede hetgeen in die wetten mede als ongeval, in verband met de dienstbetrekking overkomen, werd beschouwd, dan wel daarmede werd gelijkgesteld;
- d
- 1.
Ongevallenfonds: het Ongevallenfonds als bedoeld in artikel 40, zesde lid, van de Ongevallenwet 1921;
- 2.
Landbouwongevallenfonds: het Landbouwongevallenfonds als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder d, van de Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922;
- e.
risicodrager ingevolge de Ongevallenwet 1921: de Sociale Verzekeringsbank als beheerder van het Ongevallenfonds, de werkgever aan wie krachtens artikel 54 van genoemde wet is toegestaan het risico der bij die wet geregelde verzekering zelf te dragen en de naamloze vennootschap of de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging — daaronder begrepen een wederkerige verzekerings- of waarborgmaatschappij — aan wie krachtens artikel 54 van de Ongevallenwet 1921 door een werkgever het risico der in die wet geregelde verzekering is overgedragen;
- f.
risicodrager ingevolge de Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922: de Sociale Verzekeringsbank als beheerder van het Landbouwongevallenfonds en de bedrijfsvereniging, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder e, van genoemde wet;
- g.
risicodrager ingevolge de Zeeongevallenwet 1919:
- 1.
in het geval, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder I, van die wet: de reder;
- 2.
in het geval, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder II, van die wet: de reder alsmede de verzekeraar of andere derde als daar bedoeld;
- 3.
in het geval, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van die wet: de reder alsmede de Staat der Nederlanden als verzekeraar als daar bedoeld;
- 4.
het Rijk voor zover ingevolge artikel 10, derde lid, van die wet de uitkeringen ingevolge die wet ten laste van het Rijk komen;
- h.
Arbeidsongeschiktheidsfonds: het Arbeidsongeschiktheidsfonds als bedoeld in hoofdstuk III, § 2, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.