Prg. 2016/130
Beding, dat huurder verplicht om bij illegale onderverhuur van woonruimte de verkregen huurpenningen te betalen aan de verhuurder, is geen oneerlijk beding.
Hof Amsterdam 19-04-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:1543
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
19 april 2016
- Magistraten
Mrs. C.C. Meijer, L.R. van Harinxma thoe Slooten, W.F. Boele
- Zaaknummer
200.163.760/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Huurrecht / Huur van woonruimte
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Huurrecht / Verplichtingen huurder en verhuurder
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2016:1543, Uitspraak, Hof Amsterdam, 19‑04‑2016
ECLI:NL:GHAMS:2015:2225, Uitspraak, Hof Amsterdam, 09‑06‑2015
- Wetingang
Art. 6:248 lid 2, 6:265, 7:214 BW; art. 444, 555 Rv; art. 6 lid 1, 2 aanhef en onder c, 3 lid 2 Richtlijn oneerlijke bedingen; art. 1 aanhef en onder e Bijlage Richtlijn oneerlijke bedingen
Essentie
Huurrecht. Is beding, dat huurder verplicht om bij illegale onderverhuur van woonruimte de verkregen huurpenningen te betalen aan de verhuurder, een oneerlijk beding?
Neen, want er is geen sprake van een onevenredig hoge schadevergoeding.
Samenvatting
Verhuurder verhuurt sinds 1 februari 2004 een woning in Amsterdam. Het huurcontract verbiedt gehele en gedeeltelijke onderverhuur. Voorts bepaalt het contract dat huurder bij illegale onderverhuur een boete moet betalen en de ontvangen huurpenningen aan verhuurder moet betalen. Als toch sprake is van onderverhuur vordert verhuurder ontbinding van de huurovereenkomst veroordeling van huurder tot ontruiming van het gehuurde en tot betaling van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.